Zoals je misschien al weet heb ik eind augustus met enige weemoed afscheid genomen van mijn trouwe EOS 5D mark IV als hoofdcamera. Tijd voor ‘A New Kid In Town’ en sindsdien heeft de EOS R6 zijn vaste plaats overgenomen in mijn fototas. Hoe mijn ervaringen zijn met deze spiegelloze full-frame camera kun je lezen in een artikel op EOSzine (klik hier).
Teveel foto’s
Je zult aan de toonzetting van het genoemde artikel merken dat ik behoorlijk enthousiast ben over de mogelijkheden, bediening en beeldkwaliteit van de EOS R6 (review). Op sommige puntjes even wennen, maar na anderhalve maand ben ik volledig vertrouwd.
En hoewel ik dus heel blij ben met deze nieuwe camera, verschijnt er toch af en toe een frons op mijn voorhoofd. Ik merk elke keer dat ik thuiskom van een sessie (landschap, architectuur, portret) dat ik voor mijn doen veel, heel veel foto’s gemaakt heb. Veel meer dan met mijn EOS 5D mark IV. Bovendien zijn er bij portretreportages duidelijk meer foto’s precies goed in focus, daar waar mijn EOS 5D mark IV wel een neus ‘pakte’ in plaats van een oog. Ik moet dus veel meer foto’s downloaden, moet uit veel meer opties kiezen en kan minder foto’s ‘weggooien’. En omdat ik altijd in RAW werk, ben ik dus langer bezig in Lightroom en zie ik door de toename van het aantal ‘keepers’, dat de sessies meer opslagruimte in beslag nemen. Natuurlijk zijn meer en betere foto’s een luxeprobleem, maar voor iemand die ooit begonnen is met een digitale camera met alleen 2 MB interne opslag en met een PC met een harde schijf van 200 MB, zijn sessies van 250 foto’s (5 GB) toch best wel fors.
Waarom eigenlijk meer foto’s?
Je zult je waarschijnlijk afvragen waaróm ik nu meer foto’s maak met mijn EOS R6 dan vroeger met de EOS 5D mark IV. Bij landschap, maar vooral bij architectuur, schiet ik altijd automatische trapjes (drie foto’s) en bij de EOS 5D mark IV ook altijd vanaf statief. Vooral dat werken met statief ‘beperkt’ in een zekere zin het snel spontaan kiezen van een iets ander of creatiever standpunt. Dus ben ik ‘trapjes’ uit de hand gaan fotograferen met de EOS R6. Met 12 fps (trapje in een kwart seconde), de interne beeldstabilisatie én het variangle lcd-scherm is het resultaat van statiefkwaliteit en kan ik ze vlekkeloos monteren in Lightroom tot een HDR. Ik betrap mezelf erop dat ik als een ‘kijk-en-klik’-fotograaf trapjes loop te schieten. Klik-klik-klik. Klik-klik-klik. Klik-klik-klik. En dan gaat het rap met het aantal foto’s. En dan heb ik het nog niet over het eventueel maken van automatische scherpsteltrapjes (klik hier).
Een tweede ‘fotovreter’ is de motordrive van 12 fps in combinatie met de gezichtsherkenning. Zowel op het LCD als in de EVF, dus je bent altijd paraat als er een mens (of dier) in beeld komt. Toen ik laatst mijn kleindochter van 2 jaar een kwartiertje ‘op de korrel’ nam, was ik al snel 250 foto’s verder. Sommige reeksen lijken dan wel een frame-serie van een film. En eigenlijk zijn die 250 foto’s niet het grootste probleem, maar het feit dat ze voor 95% allemaal in focus zijn. Dan moet je dus uit 240 scherpe foto’s kiezen, waarbij de verschillen in pose en uitdrukking minimaal zijn, maar toch relevant. En omdat je geen 240 foto’s met je dochter wil delen, moet je daaruit dan een selectie maken van maximaal tien stuks. Dat is pas echt een tijdrovende klus. Zoals gezegd een luxeprobleem en mijn vader zou gezegd hebben “beter mee verlegen, dan om verlegen”, maar toch.
Als blije fotograaf mag ik dus niet klagen over teveel goede foto’s, maar het ‘grote’ aantal foto’s is voor de overstappende DSLR-fotograaf misschien toch wel een puntje van aandacht. Wat zijn jouw ervaringen? Laat het me hieronder weten.