Je zult de term ongetwijfeld al eens gehoord hebben: histogram. Typisch zo'n jargon, waarvan je als beginnend fotograaf je afvraagt 'wat moet ik daarmee'. Aansluitend op het artikel in EOSzine 0901 over het principe van belichting van een camera, staan we nu even stil bij het fenomeen 'histogram'. Wat is het en wat kan ik ermee?
Helderheid
Het histogram heeft iets te maken met de helderheid van een opname en wel als volgt. Elke kleur in een foto heeft een bepaalde helderheid die overeenstemt met een zekere grijswaarde. Blauw heeft een lage helderheid die correspondeert met donkergrijs. Geel is een heldere kleur, wat overeenkomt met lichtgrijs. Wat de helderheidsgrijswaarde van een bepaalde kleur is, zie je het beste als je een kleurenopname omzet naar grijswaarden door de modus van RGB in Grijswaarden te veranderen. Dit kun je bijvoorbeeld doen in Photoshop Element.
LET OP De belichting van foto's baseren op basis van alleen de weergave op het lcd-scherm is riskant. Vaak is de helderheid op het lcd-scherm iets optimistischer dan in werkelijkheid. Een onderbelichte foto lijkt op het schermpje soms toch de juiste helderheid te hebben en als je de opname later op je computer terugziet, dan is hij toch te donker. Zorg dus ook dat je computer-beeldscherm goed ingesteld is. |
Bij een JPEG heb je 256 grijsgradaties van volledig zwart naar helemaal wit en daarin kunnen de helderheden van alle pixels van de opname worden onderverdeeld. Zo kan een tabel gemaakt worden waarachter elk van de 256 grijswaarden de som staat van het aantal pixels met die helderheid. Je kunt die tabel ook in een grafiek vertalen en het diagram wat dan ontstaat wordt het histogram genoemd. Geheel links worden de pixels weergegeven die helemaal zwart zijn en recht die volledig wit zijn. Daartussen een verloop van grijswaarden. Het histogram heeft het uiterlijk van een bergetappe in de Tour de France met pieken en dalen. Bevat een foto veel donkere tinten, dan zullen de pieken vooral in het linker gedeelte liggen en zijn er veel lichtgekleurde onderdelen in de opname, dan ligt de piek meer naar rechts.
De hoogte van de pieken is relatief. Dat wil zeggen dat wanneer een bepaalde helderheid veel aanwezig is, dit voor een hoge piek zorgt, waardoor de andere helderheden op een laag niveau worden weergegeven. Heb je een foto waarbij de verschillende helderheden nagenoeg gelijk verdeeld zijn, dan is er niet één echte piek en zal het hele diagram hoog liggen.
KNIPPERLICHT Een handig hulpmiddel om overbelichting te controleren is om in de terugkijkweergave gebieden met geheel witte pixels knipperend weer te geven. Bij sommige EOS-modellen gebeurt dit altijd en bij de meer gevorderde camera's kun je dit zelf instellen. Kijk in de handleiding voor de exacte procedure. |
Wil je de verdeling van de helderheid van een zojuist genomen foto zien, dan kan dit tijdens het terugkijken van de opname op de camera. Druk dan een paar keer op de knop DISP of INFO en er verschijnt een weergave waarin het histogram getoond wordt. Het histogram kun je later op je computer ook terugzien in een fotobewerkingsprogramma.
Praktisch gebruik
Leuk, zo'n histogram, maar wat heb je er aan en hoe helpt het je om betere foto's te maken? Een belangrijke functie van het histogram is, dat het je helpt om onder- of overbelichting te voorkomen. Onderbelicht wil zeggen dat er grote kans is op geheel zwarte pixels en bij overbelichting zijn er mogelijk volledig witte pixels aanwezig. Beide zijn ongewenst, want in geheel zwart of wit is geen detail meer aanwezig en is dat ook niet meer te herstellen. De fijne afwerking van bijvoorbeeld een trouwjurk kan door overbelichting helemaal verloren gaan en dat is niet de bedoeling.
Die onder- of overbelichting kun je zien in het histogram als het diagram begint of eindigt met een piek. Wordt die piek veroorzaakt door een relevant onderdeel van de foto, dan moet je als fotograaf ingrijpen en wel met de Belichtings-compensatie (Exposure Compensation). Is een foto overbelicht, dan kun je met een negatieve waarde van de belichtingscompensatie de helderheid van de opname verminderen, waardoor de piek aan de rechterkant binnen het histogram komt te vallen. Bij onderbelichting kun je corrigeren met positieve waarden van de belichtingscompensatie. Zo kun je dus de ligging van het histogram sturen. Ook op de vorm en breedte heb je enigszins invloed. Stel je een hoger contrast in op de camera of een hogere verzadiging, dan wordt het hele histogram meer naar buiten geduwd met dus meer kans op over- of onderbelichting.
Conclusie
De belichting corrigeren op basis van het histogram is een goed hulpmiddel bij het maken van beter belichte foto's. Twijfel je of een deel van een foto onder- of overbelicht is, zorg dan dat je het histogram kunt terugzien op je camera en pas desgewenst de belichtingscompensatie aan. Er bestaat echter niet zoiets als een ideaal histogram en uiteindelijk bepaal je als fotograaf zelf hoe de foto belicht moet zijn. In een nachtopname mag de lucht best helemaal zwart zijn en spotlights in een plafond mogen helemaal wit zijn. En bij een opname in de schemering of ochtendnevel zullen de lichte en donkere pixels volledig ontbreken en is er alleen een piek in het midden, terwijl de foto dan toch goed belicht is.