Zoals we al eerder hebben verteld, worden op basis van een interne lichtmeting de instellingen van diafragma, sluitertijd en gevoeligheid door de camera zodanig gekozen, dat de gemiddelde helderheid van de resulterende foto 50% grijs is. Belangrijk is daarbij natuurlijk op welk deel van het onderwerp in de zoeker de lichtmeting is gebaseerd. Als fotograaf hebben we dat in de hand door op de camera een bepaalde lichtmeetmethode te kiezen.
Lichtmeetmethodes
De lichtmeting van een camera heeft betrekking op het onderwerp wat je in de zoeker ziet en hij meet daarbij het gereflecteerde licht. Je kunt in de instellingen van de camera aangeven welk deel van het onderwerp als uitgangspunt van de meting moet worden genomen. EOS-camera's beschikken over minimaal drie lichtmeetmethodes: Meervlaksmeting, Centrumgewogen en Deelmeting. Duurdere modellen hebben ook vaak Spotmeting.
• Meervlaksmeting (Matrix, Evaluatief)
Deze lichtmeetmethode houdt rekening met de helderheid van het hele zoekergebied. Niet zomaar een gemiddelde, maar gebaseerd op een bepaalde vlakverdeling. Een heel kleine, heldere puntlichtbron krijgt daarin minder gewicht dan een groter gebied van lagere helderheid. Meervlaksmeting is daarom ideaal voor de meeste dagelijkse onderwerpen en zorgt in combinatie met Belichtingscompensatie in 90% van de gevallen voor een perfecte belichting, zonder dat dit veel hoofdbrekens heeft gekost. Vaak houdt deze meetmethode rekening mat de plaats van het scherpstelpunt. Dus niet uitsluitend met het midden van het kader, zoals bij de andere lichtmeetmethodes het geval is.
LET OP De helderheid die wordt weergegeven op het lcd-scherm is meestal iets te optimistisch en foto's zijn op het beeldscherm soms donkerder. Gebruik dus het histogram op je camera om zeker te zijn of een foto goed belicht is. |
• Centrumgewogen meting
Is er echter sprake van tegenlicht, dan 'ziet' de Meervlaksmeting veel licht en zal het hoofdonderwerp onderbelicht worden. Fotografeer je een avondconcert op een podium, dus met een donkere omgeving en een relatief helder verlicht onderwerp, dan heeft Meervlaksmeting de neiging tot overbelichten. Kies je in die gevallen voor Centrumgewogen, dan wordt meer rekening gehouden met de helderheid van het hoofdonderwerp en dus de foto beter belicht.
LET OP Als je de belichting handmatig regelt in de M-stand, dan kies je zelf sluitertijd, diafragma en ISO en heeft de lichtmeetmethode praktisch gesproken geen invloed meer als het histogram gebruikt wordt als referentie voor een juiste belichting. |
• Deelmeting en Spotmeting
Wil je dat de camera alleen maar rekening houdt met de helderheid in het midden van de zoeker, dan is Deelmeting de juiste meetmethode. Dit betreft een meting van een gebied van 8% in het midden van het kader en de camera 'ziet' daarbuiten niets. Bij Spotmeting wordt dit meetgebied nog verder ingekrompen tot slechts 3%. Het gebiedje dat gemeten wordt zal in de uiteindelijke opname 50% grijs zijn, ongeacht de helderheid van de rest van de foto. Bij extreem tegenlicht of bij veel puntlichtbronnen in de achtergrond kan dit handig zijn.
Voorbeeld
Welke lichtmeetmethode je ook kiest, uiteindelijk bepaal je zelf eventueel met behulp van het histogram of een foto goed belicht is of niet. Hoe de verschillende metingen precies werken en voor welke onderwerpen ze het meest geschikt zijn, leer je uit ervaring in de praktijk.
Ter illustratie van de werking en de gevolgen van de twee uiterste lichtmeetmethodes Meervlaks- en Spotmeting, hebben we een opstelling gemaakt met drie voorwerpen (smurfjes) met een verschillende kleur (helderheid) en deze bij gelijke hoeveelheid omgevingslicht van plaats gewisseld. Bij Meervlaksmeting is de belichting van de drie foto's nagenoeg hetzelfde en is de plaats en de kleur van de voorwerpen niet echt van belang. De camera 'kijkt' naar het totaalplaatje. Bij Spotmeting daarentegen varieert de helderheid van de foto's sterk bij het verschuiven van de voorwerpen. Staat het blauwe smurfje in het midden dan is de foto nog redelijk goed belicht. Verschuiven we de zwarte Gargamel naar het midden, dan wordt de foto sterk overbelicht. De camera 'ziet' dan alleen dit zwarte stukje en wil dit 50% grijs maken, waardoor de lichte omgeving veel te lang belicht wordt. Zetten we de hoofdsmurf met zijn gele boek in het midden, dan 'ziet' de camera veel gereflecteerd licht van dit heldere, gele boek en zal ook dit weer 50% helder willen maken, zodat de rest van de foto te donker wordt. Als je met Spotmeting en ook Deelmeting gaat werken, dan moet je je wel heel bewust zijn van de helderheid van het onderwerp dat je meet en hoe dat van invloed is op de rest van de compositie.
Conclusie
Standaard staat een EOS-camera op Meervlaksmeting (Matrix, Evaluatief) en dat geeft samen met het gebruik van belichtingscompensatie in de P-, Av- of Tv-stand snel goede resultaten. Overstappen op een meer centraal gerichte meting is zeker in geval van tegenlicht een mogelijkheid, maar kan aanleiding zijn tot grotere wisselingen in de belichting van het totale onderwerp.