Heb je er wel eens bij stilgestaan waarom een foto de helderheid heeft, zoals die ook in werkelijkheid is? Waarom kiest de camera nu precies de juiste combinatie van ISO, diafragma en sluitertijd? Hoewel deze vragen geen hoofdbrekens moeten opleveren, staan we toch even stil bij het fenomeen automatische lichtmeting en belichting.
De wereld is grijs…
Als je alle kleuren van het onderwerp in het kader van de zoeker van je camera op basis van hun helderheid om zou zetten naar grijstinten en je zou die in een emmer gooien en homogeen mengen, dan resulteert dat in een grauwe massa van ongeveer 50% grijs. Voor 75% van de dagelijkse onderwerpen geldt deze 50%-norm (+/- 10%) en daarom hebben ze dit principe ook toegepast om de belichting van een camera automatisch te regelen.
Met een bepaalde lichtmeetmethode wordt de helderheidsverdeling van het onderwerp in de zoeker gemeten en op basis hiervan en het 50%-principe wordt bij een bepaalde gevoeligheid (ISO) een concrete hoeveelheid licht toegelaten met een specifieke combinatie van diafragma en sluitertijd. Zoals gezegd zal dat in 75% van de gevallen dus een juiste helderheid van de opname opleveren.
….maar ook zwart en wit
Het 50%-grijsprincipe van de automatische belichting van een camera laat echter ook wel eens steekjes vallen. Als het onderwerp veel heldere onderdelen bevat (sneeuwlandschap, tegenlicht, witte achtergrond) dan wil de camera hiervan toch 50% grijs maken, terwijl de foto helderder moet zijn. Hetzelfde geldt voor een onderwerp met veel donkere elementen (nachtopname, donker bos, zwarte achtergrond). Ook dan maakt de camera er een grijze foto van, terwijl de opname eigenlijk donkerder zou moeten zijn.
Probeer het zelf maar eens. Zet je camera in de P-stand. Neem een wit, een grijs en een zwart stuk papier, formaat A4. Zet in het midden van deze vellen papier een zwart of wit kruisje, zodat de autofocus een aangrijpingspunt heeft. Zet het witte papier schuin weg en zorg dat het hele kader van de zoeker gevuld is met het vel papier. Laat de AF scherpstellen op het kruisje en maak de opname zonder flits. Doe dit, zonder iets aan de camera-instellingen te wijzigen, ook met het grijze en zwarte vel papier. Als je de drie foto's terugkijkt op het lcd-scherm van de camera met het histogram zichtbaar, dan zul je zien dat de piek bij de drie opnamen nagenoeg op dezelfde plaats staat, zijnde het midden, dus 50% grijs.
Belichtingscompensatie
Een afwijkende belichting zou je kunnen corrigeren door een andere lichtmeetmethode op je camera in te stellen, zoals Centrumgewogen gemiddeld, Deelmeting of Spotmeting, maar standaard staat je camera waarschijnlijk op Meervlaks/Evaluatief/Matrixmeting, die de beste resultaten oplevert voor alledaagse onderwerpen. Heb je dan een licht of donker onderwerp in de zoeker, dan zul je het 50%-principe moeten corrigeren.
Dit doe je met de belichtingscompensatie (Exposure Compensation) op je camera. Het instellen ervan moet je even nakijken in de handleiding. Bij de EOS 1000D tot EOS 760D is het een combinatie van het indrukken van een knopje en draaien aan het instelwieltje bij de ontspanner en de modellen met een groot instelwiel naast het lcd-scherm (EOS 10D tot EOS 1DX) moet je de ontspanner half indrukken en vervolgens aan dit wiel draaien.
In beide gevallen zie je in een balkje met een verloop van -3 tot +3 een blokje verschuiven. Negatieve waarden van de belichtingscompensatie zorgen ervoor dat een foto donkerder wordt (kortere sluitertijd en/of kleiner diafragma) en positieve waarden maken de opname lichter (langere sluitertijd en/of groter diafragma). De eenheid van belichtingscompensatie is Ev (Exposure Value) en staat gelijk aan één stop, dus 2x meer of minder licht. Bij een wit onderwerp (skipiste, witte achtergrond, kadervullend wit voorwerp) gebruik je een belichtingscompensatie van +1 of +2 Ev. Bij een donker onderwerp moet je onderbelichten. Dit zou bijvoorbeeld bij een zonsondergang het geval kunnen zijn om met -1 Ev toch een mooi doortekende lucht te krijgen (en dus een bijna zwarte voorgrond).
Conclusie
Als de camera in Meervlaksmeting/Evaluatief staat en je gebruikt belichtingscompensatie, dan kun je bijna alle belichtingssituaties de baas. Het histogram kan je hierbij helpen en daar gaan we de volgende keer dieper op in (klik hier). Want belichting is meer dan het 50%-principe en belichtingscompensatie. Zaken als lichtmeetmethode, handmatig belichten, contrastbereik, invulflits en werken met High Dynamic Range (HDR), 14-bits RAW of grijs-verloopfilters maken belichting tot een veelomvattend onderwerp.
Gerelateerd artikel: Helder over belichting (klik hier)