Toen ik de opmerkingen en wensen (klik hier) doorlas van de deelnemers aan onze recente EOS-enquête (klik hier), kwam ik weinig verrassingen tegen: we zijn allemaal op zoek naar de perfecte camera, die voor iedereen betaalbaar is. Begrijpelijk.
Onwillekeurig schoot de vergelijking van camera’s met auto’s in mijn hoofd. Hoe gaan we in de autowereld om met specificaties en met prijzen?
De specs
Als je een nieuwe camera koopt, dan doe je dat waarschijnlijk voor een groot deel op basis van de specificaties. Deze moeten zo goed mogelijk aansluiten bij jouw wensen en de onderwerpen die je fotografeert. Er zijn bij elke camera echter altijd wel een paar functies die je nooit zult gebruiken en vaak zijn er evenzoveel zaken die ontbreken. Dat kan frustrerend zijn, omdat de mogelijkheden en uitvoering van de camera worden bepaald door de fabrikant. Die luistert natuurlijk wel enigszins naar zijn klanten, maar vaart toch een eigen koers. Canon is op dat punt niet anders dan andere merken. Voordeel van Canon is echter wel dat ze in het kader van hun EOS-systeem mijns inziens denken in continuïteit, zodat alle onderdelen van dat systeem jarenlang probleemloos kunnen blijven samenwerken. Ook ziet Canon hun producten volgens mij als gereedschap en niet als tijdelijk, hip speeltje.
In de autowereld zijn ze duidelijk een paar stappen verder, want een auto kun je tot op welhaast elk boutje en moertje personaliseren of ‘tunen’, zoals dat zo mooi heet. Als je op de website van een autofabrikant een model gaat configureren, dan kun je daar gerust een uurtje voor uittrekken, want de mogelijkheden zijn schier eindeloos.
Dat zouden we voor camera’s eigenlijk ook wel willen. Niet voor de kleur of vorm, maar wel voor wifi ja/nee, GPS of niet, wel of geen kantel-draaischerm met of zonder touchscreen, opklapflitser of niet - al dan niet draadloos, één of twee geheugenkaartjes, full-HD of 4K-video. En zo zouden we nog wel even door kunnen gaan. Ik vrees dat het nog wel even gaat duren voordat we als fotografen zo’n modulaire camera kunnen samenstellen. Tot die tijd is het zo dat welke camera van welk merk je ook kiest, je uiteindelijk leert leven met zijn ‘onvolkomenheden’ en na verloop van tijd het merendeel van de foto’s zult kunnen maken, die je ook daadwerkelijk wilt maken.
De prijs
Als je een nieuwe auto koopt, dan lopen de prijzen uiteen van tien mille tot twee ton of zelfs nog meer. En hoewel we allemaal wel in een Aston Martin of grote Land Rover zouden willen rijden, weten we dat we ons als gewone vrijetijdschauffeurs tevreden moeten stellen met een ‘gewone’ Opel of Volkswagen. Niets mis mee, want daar kun je ook van genieten en heel comfortabel en veilig mee van A naar B rijden. Je hoort daarover eigenlijk niemand klagen of een brief naar Ferrari sturen met de vraag waarom hun auto’s zo duur zijn. Stiekem is het zo dat we soms zelfs wel een beetje trots zijn dat de auto waarin we rijden, zo veel geld gekost heeft. Een auto blijft toch een soort statussymbool. Niet?
Er zijn dus maar weinig vrijetijdschauffeurs die klagen over de prijs van auto’s voor ‘professionals’. Vervangen we het onderwerp 'auto' echter door 'camera’s en lenzen', dan wordt de prijs van professionele apparatuur plotseling wel een issue. Dan zouden we voor een paar honderd euro een lichtsterke L-lens in de fototas willen hebben. Op zich is dat wel te begrijpen, maar dat soort objectieven is bedoeld voor iemand die er zijn boterham mee moet verdienen. Voor wat de vrijetijdsfotograaf met zijn foto’s doet, zijn er voldoende niet-professionele, maar wel heel goede consumentenlenzen, die voor het beoogde publicatiedoel prima presteren. Voor foto’s die alleen maar verkleind op een beeldscherm vertoond worden (smartphone, tablet, Facebook, Flicker) heb je echt geen lens nodig van een paar duizend euro.
Toch voelt het bij camera’s en lenzen anders dan bij auto’s. Waarschijnlijk om dat het absolute bedrag van een L-lens voor sommige vrijetijdsfotografen wel binnen het privé budgetbereik ligt, terwijl een auto van een ton een ‘non-issue’ is. De prijs blijft dus een leuk discussiepunt en over het prijskaartje van L-lenzen heb ik al eerder in een blog stilgestaan (januari 2013). Ben je geïnteresseerd in deze bespiegeling, klik dan hier.
Slotbespiegeling
Als een mens niets meer te wensen heeft, dan wordt het leven volgens mij behoorlijk saai. Ook voor fotografen. Dus ik ben blij met alle opmerkingen en wensen van de overigens zeer tevreden deelnemers aan de EOS-enquête. Ik neem de mening van iedereen zeer ter harte en zolang de perfecte camera niet bestaat, gaan we op EOSzine onverdroten verder onze lezers te helpen toch die perfecte foto te maken. Nogmaals bedankt voor de deelname en ‘happy EOS-shooting’.
*Voetnoot De EOS-enquête is een initiatief van EOSzine, onafhankelijk van Canon. De evaluatie van de resultaten en deze blog zijn geschreven op persoonlijke titel. |