|
NIET VERDER Oekraïne, arm, verward, ten einde raad. Stoel is geen stoel meer, stoel dient een ander doel, op straat, te midden van het vuil. Oekraïne, waar veel kinderen wel stoel maar geen kind kunnen zijn. Afgeschermd met een lint, tot hiertoe. En niet verder. |
|
|
BLOEMPJE Ik verschuil me, achter de bloem op mijn gezicht. Verstop me, zoek een plek in deze bloemloze wereld, ben bang voor alles om mij heen, de leegte, het gemis, verdriet. De bloem wijst mij de weg, naar een betere wereld, een wereld zonder leegte, zonder het gemis, zonder verdriet. Mijn bloem, ‘vergeet me niet’. |
|
|
VOLWASSEN Het gezicht van een volwassen kind, getekend door leed, verdriet, gemis. Moeder, drank en dood, Oma, drank, in leven. Vader, de ellende ontvlucht, op zoek naar een nieuw begin, alles achter zich latend, zelfs zijn kind. Zijn kind, dat toen volwassen werd. |
|
|
VERKEERD ADRES ‘Welkom,’ zegt het Oekraïense hek, ‘kom binnen.’ ‘Speel,’ zegt het geschonken speeltoestel, ‘schommel en glij.’ ‘Ik ben je thuis,’ zegt het oude internaat, ‘ik zal voor je zorgen.’ Een broek, een trui, school en schrift, bed en eten. Kind, wat wil je nog meer? Ouderliefde zit niet in me, dat kan ik je niet geven, daarvoor ben je aan het verkeerde adres. |
|
|
NIET GELUKT Een Oekraïner, een wees, Ivan is zijn naam. Opgegroeid in een kindertehuis, een internaat en nog een internaat. Het moment kwam dat hij op eigen benen moest staan, het zelf moest doen. Kreeg een baan, een vriendin, een kind zelfs. Raakte zijn baan kwijt, zijn vriendin, zelfs zijn kind. Sprong van een brug, stak zichzelf in brand om er een eind aan te maken. Het is niet gelukt. |
|
|
SURROGAAT Een Nederlandse, een moeder, Wilma is haar naam. Opgegroeid in een warm en liefdevol gezin. Probeert warmte en liefde te delen, door te geven, aan wezen, zoals Ivan, Nataliya en Yura. Soms lukt dat, soms niet, soms even. Ziet zichzelf als surrogaat, een alternatief, een plaatsvervanger. Met alle liefde. |
|
|
HOOP Oekraïne, vrijstaand huis, openhaardhout voor de deur, wasgoed aan de lijn. Landelijke omgeving, bomen rondom. Cementmolen naast de deur, een verbouwing is ophanden. Een serre wellicht, een eigen zwembad of gewoon een garage. Het weer zit wat tegen, het regent. Maar ooit zal de zon weer gaan schijnen. Toch? |
|
|
GELOOF ‘Heb jij God misschien gezien,’ vraagt zij bezorgd, ‘ik kan Hem niet vinden.’ ‘Nee, ik heb hem niet gezien,’ zegt hij, ‘maar Hij is in de buurt. Geef me je arm, laten we samen op Hem wachten.’ ‘Hoe weet je dat Hij in de buurt is?’ vraagt zij opnieuw. ‘Geloof me,’ zegt hij, ‘Hij is even in gesprek.’ |
Fotografie: Anko Zwerver
Tekst: Jan Ebeltjes
Maart 2016
www.choe.nl
www.facebook.com/StichtingChoe/