Fotografie houdt mij bezig. Elke dag. Met veel plezier. En de laatste tijd heeft vooral lenskeuze mijn aandacht. In deze blog daarom weer een korte lensbespiegeling.
Ik heb het nog even teruggezocht: de datum dat ik bij toeval op dpReview de foto zag van de zoon van Phil Askey gemaakt met de PowerShot G2. Het was september 2001 en ik was bezig met de vervanging van mijn Kodak DC290 Zoom. En met het zien van het detail op die foto was ik meteen verkocht. De PowerShot G2 werd mijn volgende camera en ik heb er inderdaad prachtige foto’s mee gemaakt.
Sinds dat moment bezocht ik regelmatig de site van dpReview en ook de aanschaf van mijn eerste DSLR - de ‘good old’ EOS 10D - was gebaseerd op de voorbeeldfoto’s in de gallery van dpReview. En elke keer als er weer een ‘interessante’ camera op de markt kwam - ook van andere merken dan Canon -, keek ik eerst op dpReview naar de Review Samples, om een oordeel te vormen over die nieuwe camera.
Met het toenemen van het aantal pixels viel het me op dat ik steeds vaker die voorbeeldfoto’s op 100% moest bekijken om kwaliteitsverschil te zien. Beeldvullend op mijn 24” beeldscherm (1920x1200 pixels) zag ik zelden nog verschil in ruis of scherpte. En toen dat het geval was, was mijns inziens de rol van de camera in de kwaliteitsbeoordeling van foto’s eigenlijk uitgespeeld. Je kunt een foto van bijvoorbeeld de EOS 5Ds wel op 100% in Photoshop of Lightroom gaan beoordelen, maar dan kijk je naar een onderwerp met een microscoop. Want hoe meer pixels een foto heeft, des te groter het vergrootglas dat door 100% Photoshop wordt vertegenwoordigd.
|
EF 100mm 2.8L IS bij f/3.2 op 35 cm (EOS 70D) |
Onderscheidend beeld wordt dus niet meer bepaald door de kwaliteit van de camera. En ook alle ‘toeters-en-bellen’ die fabrikanten in nieuwe camera’s stoppen, zullen maar zelden leiden tot foto’s die je met een andere camera niet had kunnen maken. Wifi of GPS zijn leuk, maar voor een adembenemende landschapsfoto zul je toch ‘on the right time, on the right place’ moeten zijn.
Een lens is dus veel meer bepalend voor het onderscheid van een foto. Een 180° fisheye, een 24mm tilt-shift, een 85mm 1.2, een 300mm 2.8. Dat zijn lenzen waarmee je foto’s maakt die niet ‘mainstream’ zijn, die boven de grijze middelmaat uitsteken van het standaard kitlensje.
|
EF 15mm 2.8 fisheye bij f/4 (EOS 5D mark III) |
Camera’s als de Samsung NX1 en de Sony A7R II zijn typische voorbeelden van hoe belangrijk het lenzenaanbod is. Specificatiewijs zijn dit technologische hoogstandjes, maar als je er bijzondere foto’s mee wilt maken, dan ontbreken de lenzen en maak je met op papier ‘mindere’ camera’s zoals de EOS 7D mark II of EOS 6D, meer (en eenvoudiger) onderscheidende foto’s. En dat is dankzij het ongekend veelzijdige lensaanbod van Canon. In brandpuntbereik, in lichtsterkte, in prijs kent dit assortiment zijn weerga niet. Bovendien wisselen andere merken soms wel heel gemakkelijk naar een ander type lensvatting, zodat je bijvoorbeeld op je nieuwe Sony geen ‘oudere’ Sony-lenzen meer kunt gebruiken. Je hebt dan een dure adapter nodig of moet op zoek naar nieuwe lenzen, met de kans dat je die bij de volgende nieuwe camera weer niet kunt gebruiken. Mijn EF 50mm 1.4 uit 1993 (!) verleent na ruim 20 jaar nog elke dag prima diensten. Dat zul je bij andere merken niet zo gauw zien.
Als je toch nog eens verlekkerd naar een nieuwe camera kijkt - ongeacht het merk- , ga dan eerst eens naar dpReview en kijk bij de voorbeeldfoto’s in de gallery van de betreffende camera of er een foto tussenzit die je met je eigen camera niet gemaakt zou kunnen hebben. En zie je beeldvullend toch zo’n foto, dan is het waarschijnlijk de lens die door zijn bokeh of beeldhoek het onderscheid maakt en niet de camera.
Wil je meer onderscheidend gaan fotograferen, verzet je 'focus' dan van camera’s naar lenzen en als EOS-fotograaf heb je dan bij Canon veel te kiezen.
Veel fotoplezier!