Hoewel we in 2004 onder de indruk waren van onze EOS 20D (APS-C) en tevreden over onze fotografie, keken we destijds toch al met een scheef oog naar de EOS 1Ds mark II. Niet zozeer vanwege zijn professionele body, de uitgebreide mogelijkheden of het aantal pixels, maar omdat de camera een sensor had zo groot als het bekende kleinbeeld negatief, 36 bij 24mm.
De EOS 1Ds mark II was toen duidelijk een maatje te groot voor onze portemonnee, maar een jaar later (augustus 2005) kwam een camera met volbeeldsensor echter al binnen handbereik met de introductie van de EOS 5D. En de dag dat we hier onze eerste foto’s mee maakten zullen we nooit vergeten en is het begin van onze verslaving aan fotograferen met een full-frame (FF) camera.
Met de introductie van de EOS 6D mark II wordt het misschien tijd dat ook jij de grote overstap gaat doen.
Beeldhoek
De voornaamste reden voor onze overstap naar een camera met een volbeeldsensor in 2005 was de behoefte aan een ‘echte’ groothoek voor architectuur- en interieurfotografie. Bij deze onderwerpen verruimde de EOS 5D met een EF16-35mm letterlijk onze blik. En ook de combinatie met een EF 24-105mm gaf precies dat beeldhoekbereik om een hele brede range aan dagelijkse onderwerpen perfect te kunnen kaderen. Van landschap tot close-up portret. Ideaal. Het gemis van de 1,6x cropfactor hebben we gecompenseerd met een 1.4x extender of door foto’s bij te snijden.
|
|
EF 24-105mm @24mm op EOS 80D |
EF 24-105mm @24mm op EOS 6D mark II |
Hoge ISO’s
Als je veel binnen fotografeert, merk je bij een camera met een full-frame sensor met relatief grote pixels direct het grote voordeel van ‘schonere’ foto’s bij hogere ISO’s. De hoeveelheid ruis bij ISO 3200 op een volbeeld EOS is vergelijkbaar met het ruisniveau van ISO 1250 bij een EOS met APS-C sensor. Dus voor fotografie bij bestaand licht in theaters en bij evenementen is een volbeeldcamera ideaal.
|
|
EOS 70D | ISO 1250 (vanuit RAW en LR) |
EOS 5D3 | ISO 3200 (vanuit RAW en LR) |
Van ISO 100 tot 800 is het verschil in ruis echter heel klein en zal beeldvullend op een beeldscherm of tot een A3-afdruk niet zichtbaar zijn. Zie je in je fotoarchief dat 50% van je foto’s genomen zijn bij ISO 800 of hoger, dan is de overweging tot overstappen zeker de moeite waard.
JPEG of RAW Hoewel de keuze van JPEG of RAW losstaat van de grootte van de sensor, is het toch raadzaam om bij een FF-camera te kiezen voor RAW. Je vermijdt daarmee alle beeldaanpassingen in de camera, zoals ruisonderdrukking, verscherping en JPEG-compressie, die de beeldkwaliteit in een zekere mate verminderen. In Lightroom heb je al die aspecten achteraf nog volledig in de hand en daarmee kun je dus de maximale kwaliteit uit de sensor van je volbeeldcamera, zoals de EOS 6D, persen. Bijkomend voordeel - vooral voor landschap en interieur - is het veel grotere dynamische bereik van een RAW-opname: 16384 helderheidsgradaties (14-bits) ten opzichte van 256 bij JPEG (8-bits). Dus stap je over naar volbeeld, stap dan ook over op RAW (+JPEG). |
Lenzen
Op een APS-C camera kun je EF-S lenzen gebruiken en EF-lenzen. EF-S is speciaal ontworpen voor APS-C camera’s en EF voor volbeeld. EF-S heeft een brandpuntbereik aangepast aan de kleinere sensor en zo geeft de EF-S 17-85mm een beeldhoekbereik overeenkomend met een EF 28-135mm op de volbeeldcamera. Daar zit de cropfactor tussen van 1,6x. Als je overstapt naar full-frame dan kun je je EF-S lenzen niet meer gebruiken. Ze passen fysiek niet op de lensvatting van een volbeeldcamera. EF-lenzen daarentegen zijn wel te gebruiken op elke APC-S camera van Canon, waarbij een kleinere uitsnede van de beeldcirkel gebruikt wordt en net lijkt alsof ingezoomd is met een factor 1,6x. Op een EOS 80D geeft een EF 50mm ongeveer dezelfde beeldhoek als een EF 85mm op een EOS 6D mark II. Voordeel van die kleinere uitsnede uit een EF-lens is dat alle lensafwijkingen aan de rand van de beeldcirkel buiten het APS-C kader blijven.
Scherptediepte
Als je met een EF 100mm een onderwerp exact hetzelfde wilt kaderen met een volbeeldcamera als met een APS-C camera, dan moet je in dat laatste geval een stapje achteruit doen met de camera, dus fotograferen met een grotere voorwerpsafstand. Hierdoor neemt de scherptediepte toe. Wil je een gelijk kader, maar dan vanaf hetzelfde camerastandpunt, dan moet je bij APS-C een korter brandpunt kiezen (ca. 60mm). En ook dan wordt de scherptediepte groter. Over het algemeen kun je stellen dat je met een volbeeldcamera tot kleinere scherptedieptes kunt komen dan met APS-C. Hierdoor heb je meer creatieve mogelijkheden (portretten, natuur, macro), maar moet je soms voor grote scherptedieptes opnamen gaan ‘stapelen’ (Focus stack: klik hier).
Een bijkomend aspect van een kleinere scherptediepte is dat je eerder de gevolgen ziet van een fout scherpstelpunt. Zit je er een halve centimeter naast met een APS-C camera dan zie je dat bij een scherptediepte van twee centimeter niet, maar wel als het scherptegebied maar één centimeter dik is, zoals bij een FF-camera. Dan is de wenkbrauw scherp, maar het oog net niet.
|
f/5 bij een EOS 70D geeft bij hetzelfde kader een grotere scherptediepte (links) dan f/5 bij een EOS 5D3 (midden). Bij een EOS 5D3 moet je diafragmeren naar f/8 (rechts) om de scherptediepte van f/5 op een EOS 70D te krijgen. |
Overige punten
Bovenstaande verschillen tussen APS-C en FF hebben vooral betrekking op beeldkwaliteit en -karakter. Maar er is meer. Als je goed oplet, zul je zien dat de oogzoeker van een camera met volbeeldsensor groter is. Je kijkt door een groter ‘venster’ de wereld in en dat werkt wel zo prettig. Reden is dat het spiegelhuis groter is en ook het pentaprisma. Dit zorgt echter wel voor minder ruimte bovenin de camera en alle volbeeldcamera’s van Canon hebben daarom geen interne flitser. Zo’n flitser heeft een beperkte toepassing, maar is toch handig als invulflitsje en ook om draadloos Speedlites aan te sturen. Bij een volbeeldcamera heb je daar dus aparte accessoires voor nodig.
Een gemis bij overstappen kan bovendien zijn dat een kantel- en draaischerm ontbreekt op de volbeeldcamera’s van Canon en tevens dat de lcd-schermen op deze camera’s niet aanraakgevoelig zijn.
Samenvatting
Veel fotografen zijn enthousiast over het fotograferen met volbeeld en het heeft ook veel voordelen: ‘echte’ groothoek, minder ruis bij hoge ISO’s, een kleinere scherptediepte.
Maar het is zeker geen perfect systeem. Werk je vooral bij lage ISO’s en zijn macro, vogels, wildlife en producten de belangrijkste onderwerpen die je fotografeert, dan is een camera met een APS-C sensor duidelijk in het voordeel dankzij een hogere pixeldichtheid (macro), 1,6x verlengings- en vergrotingsfactor en een grotere scherptediepte.
Als je besluit over te stappen van APS-C naar FF, dan hoeft dat niet te betekenen dat je je APS-C camera met zijn EF-S lenzen weg hoeft te doen of nooit meer zult gebruiken. De twee systemen kunnen prima naast elkaar bestaan en voorzien samen in een optimale inzetbaarheid bij een breed scala van onderwerpen. Zo hebben wij met de EOS 6D mark II en de EOS 80D voor elke klus altijd het juiste gereedschap bij de hand.