Het autofocussysteem van een spiegelloze camera heeft veel meer mogelijkheden dan van een DSLR. Dat betekent ook dat de AF-instellingen uitgebreider zijn en daarom soms ook complexer. We hebben al diverse tutorials gemaakt over de AF-werking van de EOS R, EOS RP, EOS R5 en R6, waarvan je onder dit artikel een kleine selectie vindt (klik hier).

Nieuw
Het AF-systeem van de EOS R3, EOS R10 en EOS R7 werkt op veel fronten hetzelfde, maar er is toch een kleine structurele wijziging: de AF-methode Gezichtsherkenning en Volgen is opgesplitst in het menu AF-gebied én de nieuwe menuoptie Onderwerp volgen. Daarmee is het eenvoudiger geworden om bij élk AF-gebied (van 1-punt AF tot Grote zone) élk onderwerp te volgen. Bij de overige camera’s met de oorspronkelijke methode van  Gezichtsherkenning en Volgen moet daarvoor de menuoptie Init. Servo-AF-pt voor Gezichtsherkenning/Volgen gebruikt worden.

EOS R6, EOS R5, EOS R, EOS RP: AF-gebied en Volgen in één optie

EOS R7. EOS R10, EOS R7: AF-gebied en Volgen apart

Er zijn bij de EOS R3, EOS R10 en EOS R7 dus vier basis menuopties om de werking van de autofocus in te stellen:
• AF-werking: One Shot of Servo
• AF-gebied (was Methode): Spot-AF tot Zone
• Onderwerp volgen: Ja / nee
• Te detect. onderw.: Mens, dier, voertuig, uit (= Voorkeur AF)

Scenario’s
Je kunt deze vier opties uitgebreid combineren en er mee gaan experimenteren, maar voor het overzicht en duidelijkheid hebben we vier scenario’s gedefinieerd, die als uitgangspunt kunnen dienen voor eventuele personalisatie.

1. One shot, Spot-AF, centrum á la Old school analoog
• AF-werking: One Shot
• AF-gebied: Spot-AF (centrum: druk op joystick)
• Onderwerp volgen: Nee
• Voorkeur AF: Uit

Op deze manier kun je zonder enige ‘slimheid’ van de camera het AF-punt op elk onderdeel van de compositie richten, eventueel herkaderen en dan de foto nemen. De AF wordt niet gestoord door de aanwezigheid van gezichten, dieren of voertuigen. Het onderwerp dient wel stil te staan in de tijd tussen scherpstellen en nemen van de foto. Dus vooral geschikt voor stilstaande voorwerpen.
Je kunt met de joystick eenvoudig het AF-punt verplaatsen, zodat je niet hoeft te herkaderen. Druk je op de joystick, dan sprint het AF-punt weer naar het midden.

2. Servo, Spot, volgen. Geen voorkeur voor volgen van dingen of mensen/dieren.
• AF-werking: Servo
• AF-gebied: Spot-AF (centrum: druk op joystick)
• Onderwerp volgen: Ja
• Voorkeur AF: Uit

Bij dit scenario kan net als bij scenario 1 elk onderdeel van de compositie gekozen worden om op scherp te stellen zonder dat de camera zelf een persoon, dier of voertuig wil kiezen. Het onderwerp mag nu bewegen, omdat de Servo de beweging van en naar de camera registreert en Onderwerp volgen de beweging naar links/rechts en boven/onder in de gaten houdt. Je kunt nu je AF-punt eenvoudig op een onderdeel van de compositie ‘prikken’, waarna of het onderwerp mag bewegen en/of je herkadert. Ook nu word je niet gestoord door mensen, dieren of voertuigen in het kader.

3. Servo, Uitgebreid/Kleine zone, Volgen. Voor het volgen van mensen/dieren/voertuigen zelf gekozen.
• AF-werking: Servo
• AF-gebied: Uitgebreid Punt of Kleine zone
• Onderwerp volgen: Ja
• Voorkeur AF: Personen, Dieren of Voertuigen

Het AF-punt of -zone is redelijk groot en alleen daar werkt de onderwerp-herkenning. Dus niet over het hele kader. Dit scenario is ideaal voor bewegende onderwerpen, waarbij je veel personen, dieren of voertuigen in het kader hebt en je zelf wilt kiezen welke ervan gevolgd moet worden. Sport, kuddes, etc. Je zorgt dat het AF-punt/zone op dat specifieke onderdeel gericht wordt. De camera zal deze keuze over het hele kader volgen.

4. Servo, Grote zone, Volgen. Voor volgen van mensen/dieren/voertuigen door camera gekozen.
• AF-werking: Servo
• AF-gebied: Grote zone
• Onderwerp volgen: Ja
• Voorkeur AF: Personen, Dieren of Voertuigen

Met AF Grote zone kiest de camera zelf het onderwerp om te volgen. Dit scenario is ideaal voor een enkel bewegende onderwerp, zoals een vogel, fietser of hardloper, die snel door de AF in het kader gevonden moet worden en vastgehouden. Zoals vogels in vlucht. De camera zal deze keuze over het hele kader volgen.

Samenvatting
Pak je camera er eens bij en doe de instellingen zoals beschreven in de vier scenario’s. Zoek een geschikt onderwerp en kijk of het betreffende scenario de gewenste scherpstelling oplevert. Heb je voor jouw onderwerp de scenario’s gepersonaliseerd, sla ze dan op als Aangepaste instelling C1/C2/C3, zodat je ze altijd snel bij de hand hebt.

Heb je zelf andere ervaringen met het AF-systeem van de EOS R7, R10 of R3 of heb je nog nuttige tips, laat het dan weten onder dit artikel. Alvast bedankt.

Tutorials met EOS RP/R/R5/R6
• EOS RP | Werken met de autofocus (klik hier)
• EOS RP/R | Autofocus | Servo, tracking, motordrive (klik hier)
• EOS Extra | Controle over gezichts- en oog-AF bij EOS R-systeem (klik hier)
• EOS R6/R5 | Servo AF Voorkeuren | Mens, dier of initieel AF-punt (klik hier)
• EOS R6 en R5 | Betere controle over verplaatsing AF-punt (klik hier)
• EOS Extra | AF controle via EVF | Knoppen aanpassen (klik hier)
• EOS R6 (en R5) | Gezichts- en oog-AF bij groepen (klik hier)