De winters lijken niet meer zo sneeuwrijk als vroeger. Dus anno 2021 moet je als fotograaf elke periode met sneeuwval aangrijpen om winterse plaatjes te kunnen schieten. Als je op pad gaat, dan zijn er wel een paar zaken waarop je moet letten, waarvan hier een ‘puntsgewijs’-overzicht. Het is zeker niet compleet, dus als jij nog tips hebt, laat het ons weten dan onder dit artikel.
Moment van fotograferen
Er is een groot verschil wanneer je op pad gaat als het daadwerkelijk sneeuwt of als de sneeuw pas gevallen is. Sneeuwt het, dan moet je je ‘waterdicht aankleden en op je apparatuur letten in verband met smeltende sneeuwvlokjes op camera en lens. Als het gesneeuwd heeft, heb je daar geen last van, maar zult toch bedacht moeten zijn op de koude en natte voeten. Hierover later meer.
Let goed op de weersberichten. Er zijn veel weer-apps en probeer in te schatten welke voor jouw locatie het meest accuraat is. Als je de keuze hebt, probeer dan mooi licht op te zoeken. Aan het begin van de dag met een ongerepte sneeuwdeken op het landschap of misschien gewoon midden op de dag met een knalblauwe lucht en flinke zon. Wees er in dat laatste geval snel bij, want sneeuw op takjes smelt snel in de zon. Kijk ook of je bij zonsmeltende sneeuw tijdens vorst, ijspegels als onderwerp kunt krijgen.
Bescherming van camera en fotograaf
Ga je naar buiten let dan op het volgende:
Let op condens op en in de lens of zelfs de camera. Laat de camera/lens eerst buiten acclimatiseren voordat je gaat fotograferen. Met een zachte droogdoek kun je de frontlens damp- en druppelvrij houden en ook regelmatig de camera droogdeppen. Met een zonnekap voorkom je druppels op frontlens. Gebruik eventueel een UV-filter om de frontlens te beschermen.
Om smeltende sneeuwvlokken op je camera en lens te voorkomen komt een regenhoes van pas. Dit kan een gewone, ruime plastic zak zijn, waaruit je een hoek geknipt hebt, waardoor je de voorzijde van de lens kunt steken. Zet de zak vast met een elastiekje rond het einde de lens. Knip er vervolgens ook een gaatje in, zodat je door de oogzoeker kunt kijken. Zo’n zak is misschien geen fraai gezicht, maar het beschermt je kostbare spullen.
Het accu-vermogen neemt af bij lagere temperaturen. Dus zorg voor enkele, volle reserve-accu’s, die je op een warme plek bij de hand hebt. Ook lege geheugenkaartjes zijn geen overbodige luxe. Wissel kaartjes nooit met de kans dat er een sneeuwvlok in het compartiment kan komen.
Behalve de camera moet je ook goed voor jezelf zorgen. Dus waterdichte schoenen, warme laagjeskleding, waterdichte jas, muts en handschoenen met een vingeropening. Neem ook je telefoon mee (calamiteiten, locatie, weer-app, kompas) en iets te iets te drinken en eten. Probeer maagdelijke sneeuwoppervlakken zo min mogelijk te verstoren en laat uiteraard geen afval achter.
Instellingen
Het licht kan in sneeuwonderwerpen heel contrastrijk zijn en tevens ‘misleidt’ de witte sneeuw de lichtmeting van je camera. Fotografeer dus in RAW voor 100% controle over de witbalans en een groot dynamisch bereik.
Gebruik meervlaksmeting, belicht één of twee stopje over en check het histogram van de gemaakte foto! Meestal wil je een groot ‘gat’ aan de rechterkant van het histogram voorkomen. Maak desgewenst automatische belichtingstrapjes.
Speel met de sluitertijd (1/10s – 1/100s) bij vallende sneeuw om invloed te hebben op de strepen die de vallende sneeuwvlokken maken. Maak daarbij eventueel maximaal gebruik van de beeldstabilisatie. Probeer sneeuwval te verdichten met een langer brandpunt (f>100mm).
Let op dat de autofocus op witte oppervlakken soms geen houvast vindt. Kies dan een contrastrijker onderwerp en herkader. Gebruik bij hevige sneeuwval handmatige scherpstelling om scherpstelling op de voorste sneeuwvlok te voorkomen of stel juist scherp op de voorste rij sneeuwvlokken als je vooral de sneeuw wilt fotograferen.
Compositie
Het vraagt dus al best wat aandacht om een technisch goede sneeuwfoto te maken, maar vergeet ook de compositie niet. Zorg voor een goede vlakverdeling van sneeuwvlak, onderwerp en lucht. Gebruik eventueel de regel van derden. Let goed op inkomende lijnen in je foto om dieptewerking te creëren en zoek een hoofdonderwerp om je foto balans te geven. Alleen witte sneeuw zonder eye-catcher zal een saaie foto opleveren.
Gebruik bij close-ups kleine scherptedieptes en speel met tegenlicht, schittering en silhouetten. Ga op zoek naar bokeh-ringen van glanspuntjes (druppels/kristallen) in de achtergrond en isoleer elementen in een grote witte omgeving onder het motto ‘less=more’.
Nabewerking
Wil je de structuur zien van sneeuw, dan zal het licht erover moeten strijken. Dit is iets waarover je bij de opname al over na moet denken bij de keuze van tijdstip en stand van de zon. Je kunt in Lightroom desgewenst de Hooglichten iets terugnemen en Textuur en Helderheid verhogen om de vlokstructuur te benadrukken, maar doe dit met mate. Soms is een witte sneeuwvlakte gewoon wit, ook voor het menselijk oog en dan moet het op de foto niet grijs zijn. Hoewel sneeuw van zichzelf wit is, reflecteert een sneeuwoppervlak de kleur van de lucht. Dus ‘grijze’ of ‘blauwe’ sneeuw hoeft niet per se onnatuurlijk te zijn.
Sneeuwfoto’s lenen zich ook erg goed om zwart-wit te maken. Dit kun je prima doen in Lightroom (sneltoet V) eventueel in combinatie met Silver Efex Pro.
Samenvatting
In dit wat snelle overzicht hebben we hopelijk al veel aandachtspunten genoemd dat je beter voorbereid op pad gaat en met betere sneeuwfoto’s thuiskomt. Als je nog meer tips weet, laat het dan hieronder weten. In ieder geval succes. Veel ‘sneeuwpret’ en pas goed op jezelf.