Dankzij smartphone-camera’s wordt fotografie met een groothoek steeds populairder. Ook de EOS-fotograaf heeft groothoek ter beschikking (EF-S 10-18mm, EF 16-35mm). Het gebruik van die weidse beeldhoek blijft tegenwoordig niet beperkt tot landschap, maar wordt tevens ingezet voor close-ups en portretten (selfies). Ook bij straatfotografie kan een groothoek creatieve mogelijkheden geven door sterk perspectiefverloop van rechte lijnen.
Werken met een groothoek vraagt echter wel enige aandacht als de werkafstanden relatief klein worden én het onderwerp (verlopende) diepte heeft. Als dat het geval is, dan is de kans op onnatuurlijke perspectiefvervorming groot.
Perspectiefvervorming
Perspectiefvervorming? Is dat dan iets anders dan perspectiefverloop? Perspectiefverloop is het visuele fenomeen dat evenwijdige lijnen vanuit je standpunt in de verte of in de hoogte naar elkaar toe lopen. Een treinrails is daar een bekend voorbeeld van.
Perspectiefvervorming of -vertekening is het verloop van verhoudingen van voorwerpen als deze niet evenwijdig aan het beeldvlak van een lens staan, waarbij de vertekening sterker wordt bij kortere werkafstanden (korter brandpunt). Misschien wordt dit duidelijker aan de hand van een simpel voorbeeldje.
We fotograferen met een brandpunt van 16mm* een vel ruitjespapier dat exact evenwijdig staat aan het beeldvlak van de lens. De afstand tot de sensor is iets groter dan 25 cm. We doen vervolgens hetzelfde, maar dan bij f=50mm* bij ongeveer 70 cm. Als je die twee foto’s corrigeert op tonvervorming dan zijn alle ruitjes over het hele oppervlak even groot en deze op elkaar legt, dan liggen de rasters ook precies op elkaar. Tot zo ver is een foto genomen van een plat vlak bij 16mm op ruim 25 cm niet te onderscheiden van een opname bij 50mm vanaf 70 cm. Er is dan ook geen sprake van perspectiefvervorming.
De grote verschillen worden pas zichtbaar als we het ruitjespapier draaien om de verticale als, zodat ze schuin door het beeldvlak snijdt. Ten eerste zie je dat de horizontale lijnen naar elkaar toe gaan lopen én dat de blokjes vooral in de breedte verlopen van groot naar klein. Dit laatste noemen we dus perspectiefvervorming. En dan zie je dat dat bij f=16mm* op 25 cm veel duidelijker zichtbaar is dan bij f=50mm* op 70 cm afstand.
Als je dus een vlakke gevel van een huizenblok exact recht van voor fotografeert met een 16mm* of met een 50mm*, dan zullen de ramen en deuren over de hele breedte van het blok even breed zijn. Ga je echter uit het midden staan, zodat je schuin op het huizenblok kijkt, dan zullen ramen dichtbij de camera breder (en iets hoger) zijn dan ramen aan het einde van het blok. Dit is een vervorming die bij f=50mm* niet echt opvalt, maar met een groothoek heel significant en onnatuurlijk kan zijn. Een dergelijke vertekening wordt nog duidelijker als een onderwerp ook nog diepte heeft. We hebben dit in de studio nagebootst met een opstelling met zes losse ‘huizen’ en een groepsfoto met zes ‘personen’.
• Huizenrij
De huizen staan in twee rijen die beide exact in het beeldvlak liggen, dus haaks op de as van de lens. Als je daarvan een foto maakt van dichtbij met een brandpunt van 16mm*, dan lijkt het linker huis op de voorste rij duidelijk veel breder dan het middelste huis. Dit is echter gezichtsbedrog, want de voorgevels zijn beide even breed. Het linker huis lijkt breder, omdat we daarbij ook tegen de zijkant van het huis kijken. Het lijkt bovendien dat het linker huis niet vierkant is, terwijl dat wel het geval is. Merk op dat het linker huis in de tweede rij veel kleiner is dan op de voorste rij en dat daar ook de verhoudingen minder vertekend zijn.
Bij het rechter huis hebben we de gevel uit het beeldvlak gedraaid naar de camera toe. Je ziet dus geen zijkant meer, maar wel dat door perspectiefvervorming de voorgevel veel breder is geworden dan het middelste huis. Bij het huis rechts in de tweede rij is dat effect minder sterk.
Kiezen we het camerastandpunt vervolgens zo dat we met een brandpunt van 50mm* de voorste drie huizen even groot in beeld hebben, dan ontstaat er een heel ander spel van verhoudingen en vertekening. Het geheel van hoogtes en breedtes wordt veel natuurlijker en komt veel meer overeen zoals we dat met het menselijk oog zien.
• Groepsfoto
Een foto van een groep mensen is eigenlijk niet anders dan bovengenoemd voorbeeld. Het grote verschil is dat mensen niet hoekig zijn en vanuit elk standpunt zichtbare diepte hebben. De opstelling is nu niet anders dan in het huizenvoorbeeld, maar nu zijn de vierkante huizen vervangen door zittende personen (veel diepte). Je ziet dan meteen het probleem wat ontstaat met mensen aan de buitenzijde van de groep als je de groepsfoto van relatief dichtbij maakt met een kort brandpunt. De perspectiefvervorming slaat dan onverbiddelijk toe op de verhouding van deze personen. Staat iemand evenwijdig in het beeldvlak en kijkt hij recht vooruit, dan worden de bovenbenen heel lang en ook het hoofd wordt diep (links). Draait iemand in zijn geheel naar de camera en kijkt ze ook naar de camera, dan wordt ze net als het voorgevel van het huis sterkt verbreed. Zowel de persoon uiterst links als rechts zullen bij een groepsfoto met een groothoek van relatief dichtbij door perspectiefvervorming niet flatteus op de foto staan, ongeacht de positie die ze aannemen (staand/zittend, naar camera gedraaid of niet). Ook de lengte van personen varieert sterk wanneer de groep uit meerdere lagen bestaat.
Net zoals bij het huizenvoorbeeld komt het geheel veel meer in verhouding als de groepsfoto vanaf een grotere afstand gemaakt wordt met een brandpunt van 50mm*.
DxO ViewPoint Laatst hebben we aandacht besteed aan perspectief-verloop (dus niet -vervorming) en daarin hebben we laten zien hoe je daarbij met DxO ViewPoint correcties kon aanbrengen in architectuur (klik hier). We hebben DxO ViewPoint nu ook toegepast op een 'groepsportret' en daarmee kan dus de 'schade' door perspectiefvervorming redelijk worden beperkt. |
|
Samenvatting
Met een groothoek fotograferen bij relatief korte werkafstanden wordt steeds populairder, maar bij voorwerpen met diepte (architectuur, interieur en groepsfoto’s) kan dat leiden tot ongewenste perspectiefvervorming en daarmee tot onnatuurlijke verhoudingen van het onderwerp.
We hebben het in de bovenstaande 16mm-voorbeelden flink overdreven. Hopelijk is wel duidelijk geworden dat wanneer je een gebouw of groep mensen ‘normaal’ in beeld wil brengen, je moet proberen de werkafstanden zo groot mogelijk te houden en probeert te werken bij langere brandpunten: 24mm* en 35mm* kan, maar bij voorkeur rond de 50mm*.
Zorg bij een groepsfoto tevens dat de rijen evenwijdig aan het beeldvlak lopen en dat de diepte (aantal rijen) beperkt blijft. Zet ‘vollere’ modellen of mensen in een rolstoel niet aan de zijkant. Laat mensen staan in plaats van zitten, als je daarbij een keuze hebt. Als mensen op de voorste rij op de grond gaan zitten, laat ze dan niet met de benen naar voor zitten, maar meer schrijlings.
*35mm eq., dus op full-frame sensor. 16mm, 24mm, 35mm en 50mm is op APS-C resp. 10mm, 15mm, 22mm en 32mm.
Gerelateerd artikel Perspectiefverloop: klik hier.