Als je een scherpe foto van een stilstaand onderwerp (macro, product, architectuur, landschap) wilt maken, dan werk je bij voorkeur vanaf statief. En moet de opname écht haarscherp zijn, dan probeer je alle cameratrilling te voorkomen. Dat kun je doen met een (draadloze) afstandsbediening of met een app/telefoon, maar ook gewoon met de zelfontspanner. Een functie die op elke camera aanwezig is, maar toch nog vaak vergeten wordt.
Camerabeweging
Elke keer wanneer je de ontspanknop indrukt, beweegt de camera even en die beweging beïnvloedt de scherpte van de opname. Veel van die beweging wordt voorkomen door vanaf een stabiel statief te werken, maar dan nog ligt bewegingsonscherpte door het indrukken van de ontspanner op de loer. En afhankelijk van de stabiliteit van het statief, het koppelstuk van de camera, het gewicht van camera en lens en van de sluitertijd, zal deze beweging een zekere mate van onscherpte introduceren.
Zelfontspanner
Om de werkelijke opname na indrukken van de ontspanknop uit te stellen tot na het ‘trilmoment’ beschikt elke camera over een zelfontspanner. Afhankelijk van het cameramodel is deze op verschillende manieren te activeren. Weet je hem niet te vinden, kijk dan in de handleiding bij ‘zelfontspanner’ of ‘self timer’ of ga op zoek naar een cameraknopje of menu-optie (Drive, Transportmodus) met de vorm van een cirkeltje met een streepje en stip door de rand.
Staat bij dit icoontje een 2, dan is dat de zelfontspanner van 2 seconden en staat er geen getal bij, dan wordt de foto pas 10 seconden na het indrukken van de ontspanner genomen. Twee seconden is vaak voldoende om vanaf statief cameratrilling uit te laten dempen. De 10s-timer gebruik je als je zelf ook op de (groeps)foto wil of wanneer je alleen bent en een flitser of reflectiescherm moet vasthouden.
Live view en e-shutter Behalve het indrukken van de ontspanner zijn er nog twee andere camera-factoren die beweging veroorzaken op het moment van het maken van een foto en dat is het opklappen van de spiegel (alleen bij een DSLR) en het openen en dichtgaan van de mechanische sluiter (DSLR en MILC). Deze beweging voorkom je niet met de zelfontspanner. Door echter in Live view te gaan werken in Stille modus 1, voorkom je bij een DSLR het opklappen van de spiegel bij de start van de opname. Bij een DSLR kun je de trilling door de sluiter bij het dichtgaan van de sluiter echter niet voorkomen. Ook bij een spiegelloze camera niet. Het probleem van de sluitertrilling kun je alleen oplossen door een elektronische sluiter (e-shutter) te activeren, die bij steeds meer camera’s (meestal MILC’s) beschikbaar is. Meer weten over de mechanische of elektronische sluiter? Klik hier.
|
Sluitertijd
Afhankelijk van de stabiliteit van het statief en de balans/gewicht van camera-lenscombinatie duurt de trilling door het indrukken van de ontspanner enkele tiende van een seconde. Als de sluitertijd ook in dat gebied ligt, 1/2s tot 1/20s, dan vallen camerabeweging en sluitertijd exact samen. Gebruik je dan geen zelfontspanner, dan is het onscherpte-effect maximaal. De trilling van de eerste tiende van seconde van de belichting wordt minder zichtbaar als je met een korte sluitertijd werkt, zoals 1/250s of korter. Bij die korte sluitertijden is de noodzaak van een zelfontspanner een stuk minder, omdat de beweging ‘bevroren’ wordt. Maar ook bij heel lange sluitertijden van 5s of langer zal het indrukken van de ontspanknop zonder zelfontspanner niet veel bewegingsonscherpte veroorzaken, omdat de onscherptetijd slechts een fractie is van de totale belichtingstijd. Desalniettemin is het bij stilstaande onderwerpen altijd nuttig om de zelfontspanner te activeren als je vanaf statief fotografeert. Zeker in combinatie met Live view of een e-sluiter levert dat scherpere foto’s op.
Samenvatting
Haarscherpe foto’s vanaf statief? De zelfontspanner kan dan heel goede diensten bewijzen en omdat deze functie op elke camera aanwezig is, heb je hem ook altijd bij de hand en hoef je er geen extra accessoires voor aan te schaffen. Niet vergeten dus!