Een onscherpe achtergrond kan een onderscheidend element zijn in een foto en is één van de creatieve parameters die je als systeemfotograaf ter beschikking hebt. Lenzen met een groot diafragma, lang brandpunt en korte scherpstelafstand kunnen ervoor zorgen dat je de achtergrond zelfs niet meer herkend. Dat kán gewenst zijn, maar soms maakt het de context ongewild geheel onherkenbaar. Het wordt een plat plaatje en doet daarmee afbreuk aan de zeggingskracht van de foto. Wij noemen dit ‘bokeh-soep’. Een korte beschouwing.
.
|
|
Bokeh-soep
Een achtergrond die té onscherp is, zodat het één effen vlak wordt en de foto door gebrek aan context heel saai kan worden. Zo zou je ‘bokeh-soep’ kunnen definiëren. En hoewel een groot diafragma als ‘boosdoener’ aangemerkt zou kunnen worden, zijn het vooral een korte scherpstelafstand of lang brandpunt de parameters met de meeste invloed. Dus bij korte scherpstelafstanden (30cm of minder) die optreden bij foto’s met een macrolens of vastbrandpuntlenzen in combinatie met een tussenring. Of als je met een 200mm een half-body portret fotografeert of met 500mm vanuit een schuilhut een vogel in het vizier hebt.
Verhouding In het ontstaan van achtergrondonscherpte is de verhouding tussen de voorwerpsafstand en de afstand tot de achtergrond een relevant aspect. Hoe dichterbij het hoofdonderwerp (=scherpstelpunt) en hoe (relatief) verder weg de achtergrond, des te meer onscherpte van die achtergrond en dus een grotere kans op ‘bokeh-soep’. |
‘Oplossing’
Wil je in genoemde ‘soep’-gevallen context toevoegen aan het hoofdonderwerp, dan zul je dus moeten diafragmeren naar een kleiner diafragma. In sommige gevallen ga je pas voorbij f/8 enige herkenning krijgen in de achtergrond. Een kleiner diafragma heeft echter wel tot gevolg dat óf de sluitertijd langer moet worden (grotere kans op bewegingsonscherpte) óf dat de ISO hoger moet (meer ruis). Dus bij omstandigheden met minder aanwezig licht, is diafragmeren meestal geen optie. Is er wel voldoende licht, dan heeft een kleiner diafragma – behalve meer context – nog drie extra voordelen: meer scherptediepte op hoofdonderwerp, minder vignettering/hoekonscherpte en hogere beeldscherpte dan bij maximaal diafragma. Wordt het diafragma echter kleiner dan f/16 dan ligt echter weer onscherpte op de loer door diffractie.
Onderstaand zie je drie praktijkvoorbeelden van ‘bokeh-soep’ en de invloed van een kleiner diafragma.
Samenvatting
Als fotograaf ben je vaak druk bezig om bij een onderwerp een achtergrond met een mooi bokeh te krijgen en dus geneigd om met een zo groot mogelijk diafragma te werken. De achtergrondonscherpte kan echter ‘to much’ worden (bokeh-soep) en daarom kun je soms beter fotograferen bij f/8 of kleiner, dan bij het maximale diafragma van je lichtsterke macro-, portret- of telelens.