Met de komst van internet is de laatste decennia veel veranderd in de wereld van informatievoorziening en -overdracht. Als je 25 jaar geleden iets over een onderwerp wilde weten, dan ging je op zoek in een encyclopedie, bracht je een bezoekje aan de bibliotheek of bestelde je een boek bij de boekhandel.
Anno 2017 tik je je ‘probleem’ in in Google of in YouTube en nog geen seconde later krijg je een eindeloze lijst van mogelijk relevante antwoorden. Op basis van de hoogte in de resultatenlijst of van het aantal views kom je binnen een minuut bij de betreffende informatie en weet je bijvoorbeeld hoe je belichtingscompensatie toepast of hoe je de witbalans aanpast. En dat allemaal onder het genot van een lekker kopje koffie zonder dat je je luie stoel uit hoeft.
Geen zware encyclopedie op schoot, niet eindeloos bladeren door een dik boek. Gewoon een paar woordjes intikken en klaar. Wie heeft er in deze tijd nog behoefte aan een boek? Over niet al te lange tijd is die kennisdrager zelfs uit het onderwijs verdwenen en is de loodzware boekentas vervangen door een ultrabook of tablet.
Als schrijver van educatieve boeken over fotografie en beeldbewerking bij uitgeverij Van Duuren Media (klik hier) is de huidige trend herkenbaar en ook begrijpelijk. Als ik zelf iets wil weten over een nieuwe functie in Lightroom, dan heb ik dat binnen een paar minuten gevonden en weet ik het toe te passen. Super handig. Internet is alwetend, met echter een grote MAAR. Ondanks dat je op het gebied van fotografie en beeldbewerking via internet elke vraag kunt beantwoorden, zijn er twee zaken wat internet je niet biedt en dat zijn structuur en verband. Je kunt dankzij Google wel de belichtingscompensatie instellen, maar wanneer het precies van pas komt en welke zaken er mee samenhangen dat wordt vaak niet verteld. Internet is een soort Ikea-handleiding. Je kunt er prima een kastje mee in elkaar zetten, maar wil je iets aanpassen of je wilt meer, dan schiet deze ‘kant-en-klaar’-oplossing tekort. Je zult dan toch het groter geheel moeten leren zien en moeten leren zagen en timmeren.
De prijs We zijn tegenwoordig gewend dat kennis (via internet) niets meer hoeft te kosten en in dat verband vinden we een boek van 35 euro soms zelfs duur. Maar wat heb je tegenwoordig nog voor 35 euro? Eén entreekaartje voor een pretpark. Eén maand abonnement voor telefoon of internet. Een fotoworkshop van een uurtje. Met je gezin een hapje eten bij een hamburgerketen. Van al die zaken heb je maar een korte tijd ‘plezier’, terwijl een educatief boek als naslagwerk een aankoop is voor maanden, zo niet jaren. Dus wat is duur? |
En dat is dus de kracht van een educatief boek: structuur en verband. Je begint bij A en eindigt bij Z en in dit traject hou je steeds overzicht waar je bent, wat je aan het doen bent en vooral waarom, zodat je de opgedane kennis en vaardigheden ook op afwijkende situaties kunt toepassen. Je leert dus meer dan een ‘kunstje’, je leert begrip. Met het doorkijken van de inhoudsopgave heb je soms al meer overzicht dan een dag surfen op internet. En in de index staan onderwerpen gegroepeerd voor onderlinge verbanden, die je anders nooit te weten zult komen.
Bovendien fungeert een boek in deze hectische maatschappij als een soort rustpunt. Fluisterend bladeren in plaats van ratelend scrollen of nerveus klikken. Geen vermoeide ogen van fel licht van een beeldscherm. Ontspannen zitten in een comfortabele stoel. Gewoon papier, tekst en beeld beleven in een toegankelijke lay-out en aansprekend lettertype. Een boek is een beleving en in alle vormen van informatieoverdracht zal het educatieve boek een rol blijven spelen. Natuurlijk niet meer in de dominante rol van 25 jaar geleden, maar ze zal internet blijven aanvullen. Al was het alleen maar omdat een boek door de jaren heen veel meer blijvend is dan een vluchtige internetpagina, waarvan het linkje volgende maand al verdwenen kan zijn.
Dus lang leve het educatieve boek. Dat het nog lang moge leven. Of schrijf ik dit als auteur met een te gekleurde bril? Wat vind jij?