Al van het eerste begin ben ik al een enthousiast en tevreden gebruiker van Lightroom. We praten dan over 2006, het jaar waarin Adobe de converter ‘RAWshooter’ (snel, overzichtelijk, hoge kwaliteit) had overgenomen om als basis te gebruiken voor hun eigen RAW-workflowprogramma, zijnde Lightroom.
Een gouden greep, want wanneer je anno 2016 het landschap van RAW-converters bekijkt, dan zijn in de loop van de jaren al veel ‘concurrenten’ afgevallen. Apple is gestopt met Aperture. Corel heeft Bibble overgenomen en omgedoopt in Aftershot, waarmee het in de vergetelheid geraakt is. Lightzone en Silverfast zijn verdwenen. Alleen Capture One en DXO bieden nog enigszins tegengas.
Die ontwikkeling is eigenlijk niet vreemd. Adobe is natuurlijk al een grote speler in de wereld van digitale beeldbewerking en bovendien houden ze heel nauw contact met wat er bij hun gebruikers leeft en wat hun behoeftes zijn. Ze tonen een intensieve betrokkenheid. Dat zie je niet alleen terug in Lightroom (en Photoshop), maar ook in de actieve rol die zij spelen bij de ontwikkeling van apps voor mobiele apparaten die in gebruik zijn bij creatievelingen. Elk creatief idee kun je tegenwoordig op elk moment van de dag in woord en/of beeld (foto, video, 3D) vastleggen, uitwerken en delen.
Je merkt dat ik wel blij kan worden van Adobe in het algemeen en Lightroom in het bijzonder. Bijna elke taak of handeling die ik wil uitvoeren met digitaal beeld kan ik met deze programma’s snel en eenvoudig tot een goed einde brengen. Natuurlijk zijn er verbeterpuntjes, maar geen enkel product of dienst is perfect, dus daar hoor je mij niet (vaak) over klagen.
Omdat Lightroom en Photoshop zo compleet zijn en soepeltjes werken, sta ik eigenlijk nooit zo stil bij de rol die deze programma’s spelen bij de kwaliteit van de hedendaagse fotografie. We kunnen heel veel tijd en moeite stoppen in de keuze van de beste camera of die van een geschikte lens, proberen de beste instellingen te kiezen voor belichting en scherpte of heel druk bezig zijn met witbalans en kleuren. Maar als de RAW-fotograaf daarmee klaar is en zijn foto’s heeft gemaakt, dan importeert hij de resultaten van al die inspanningen bijna gedachteloos in Lightroom in de veronderstelling dat die keuze van de beste camera met de beste lens en de beste instellingen ook daadwerkelijk zal leiden tot de kwalitatief beste foto. En dat is maar in een zeer beperkte mate het geval. Want hoewel Adobe veel contact heeft met eindgebruikers, werken ze niet samen met de bekende cameramerken, die NOOIT hun recepten van hun zeer specifieke RAW-bestanden zullen delen met Adobe. Alles wat er dus in Lightroom gebeurt, komt voort uit ‘reversed engineering’, eigengemaakte profielen en misschien ook nog wel ‘trial and error’. En hoewel ze dat bij Adobe heel goed doen, ziet een RAW-beeld vanuit Lightroom er toch anders uit dan ontwikkeld met Digital Photo Professional (DPP).
Dus eigenlijk zou elke Canon-fotograaf met dat programma moeten werken. Dat dat echter niet het geval is, ligt in het feit dat DPP niet echt snel is, niet echt gebruikersvriendelijk (o.a. geen NL-versie) en niet over zo’n uitgebreide ‘feature set’ beschikt als Lightroom. En omdat het kwaliteitsverschil tussen DPP en Lightroom klein is, nemen zowel de vrijetijdsfotograaf als de pro dat verschil voor lief en geven de hoge snelheid, het grote gemak en de extra mogelijkheden ruimschoots de doorslag om vanzelfsprekend met Lightroom aan de slag te gaan. En daar is helemaal niets mis mee, want ik werk al die jaren al met volle tevredenheid met Lightroom. En als ik daarin een RAW-foto heb ontwikkeld en daarvan de kleuren, belichting, contrast en het detail op 100% op mijn beeldscherm bewonder, dan denk ik nooit “zal ik deze foto ook nog eens door DPP laten processen”. Dat alles onder het motto ‘goed is goed’.
Je zult je afvragen waarom ik nu juist op dit moment mijn bewustwording van de rol van Adobe via deze blog wil delen. Reden is de komst van de EOS 5D mark IV. Een camera waarbij de verwachtingen ten aanzien van beeldkwaliteit hooggespannen zijn. Maar over welke beeldkwaliteit praten we dan? Van de JPEG’s? Nee, want de camera staat altijd in RAW. Van de RAW’s uit DPP? Nee, ook niet. Want daarmee ontwikkelen we 95% van onze foto’s niet. Nee, de beeldkwaliteit waarover we praten is zoals Lightroom ons die biedt. En op 19 september 2016 bestaat die kwaliteit dus nog niet, omdat de meest actuele versie van Lightroom de RAW-bestanden van de EOS 5D mark IV nog niet herkent. Jammer, maar helaas. En tot die tijd kan ik eigenlijk geen echt antwoord geven als een lezer belangstellend aan mij vraagt “En, hoe is de beeldkwaliteit van de EOS 5D mark IV?”. De vooruitzichten zijn goed, want de JPEG’s zijn prachtig en ook DPP levert mooie plaatjes af, maar zolang Adobe geen profielen uit zijn hoge hoed tovert, is de beeldkwaliteit van de EOS 5D mark IV nog een groot vraagteken. En dat geeft aan dat niet Canon of de fotograaf de kwaliteit van zijn RAW-foto’s bepaalt, maar Lightroom.
Conclusie: ‘Adobe rules RAW' of zelfs 'Adobe rules photography’ en hoewel ik daar persoonlijk niet zoveel moeite mee heb, is het eigenlijk toch een heel vreemde constatering, want daarmee verdwijnt het onderscheid tussen alle camera's en merken, omdat elke RAW-foto overgoten is met een Adobe-sausje. Of heb ik het mis? Wat vind jij?