Op de Programmakeuzeknop van een EOS tref je behalve de P-, Av-, Tv- en M-stand ook een serie specifieke scèneprogramma’s (Portret en Landschap) of een aparte Scène-stand, met daarin ook thema’s als Voedsel en Kinderen. Zo kun je bij veel onderwerpen een programma kiezen, waarbij de camera de ‘beste’ instellingen kiest. Leuk wanneer je niet veel tijd (of fotokennis) hebt, maar wel volautomatisch. Levert de betreffende opname geen goede foto op, dan heb je nagenoeg geen mogelijkheden dit te corrigeren. Zo kun je nooit belichtingscompensatie gebruiken of een eigen scherpstelpunt kiezen.
In dit artikel staan we stil bij de meest gangbare scèneprogramma’s en leggen uit hoe je die ‘auto’-instellingen ook kunt doen in de P-, Av- of Tv-stand, maar dan met 100% controle over belichting, kleuren en scherpte.
Volledig menu Zet je EOS in de P-stand en druk op de knop Menu. Afhankelijk van het model, zie je een groot aantal tabbladen met diverse menu-opties. Zet vervolgens de camera eens in een scèneprogramma en je zult zien dat het aantal menu-opties drastisch verminderd is. De camera regelt dan dus niet alleen belichting, scherpstelling en kleuren, maar ontneemt je bovendien de mogelijkheid om daarin kleine aanpassingen te doen. |
Scèneprogramma’s
Onderstaand een overzicht van de meest voorkomende scèneprogramma’s op EOS-camera’s:
- Portret
- Landschap
- Close-up en Voedsel
- Sport en Kinderen
- Groepsfoto
- Kaarslicht
- Nachtportret
- Nachtopnamen uit de hand en HDR tegenlicht
Bij sommige camera’s zijn enkele van bovenstaande onderwerpen beschikbaar als apart icoontje op het programmakeuzewiel. De bekendste zijn Landschap, Portret, Sport en Close-up. Op nieuwere EOS-modellen zijn deze vier verdwenen en zijn ze samen met veel andere thema’s ondergebracht in de optie SCN op het programmakeuzewiel. In het lcd-scherm kun je vervolgens het gewenste onderwerp kiezen. In de handleiding van de camera staat redelijk uitgebreid uitgelegd wat een bepaald scèneprogramma ‘doet’ met het onderwerp met betrekking tot keuze van sluitertijd en diafragma, van scherpstelling en scherptediepte en van witbalans en beeldstijl (download de pdf met Scène-handleidingen, 6MB). In principe verrichten die scèneprogramma’s geen toverkunsten, maar zijn ze gewoon ‘receptjes’ met instellingen die je ook zelf zou kunnen doen en die je eventueel wél zou kunnen aanpassen. Voor de genoemde onderwerpen hebben we die recepten ontrafeld in de afzonderlijke instellingen, zodat je ze zelf kunt optimaliseren.
RAW Een foto moet je bij het maken ervan natuurlijk zo goed mogelijk belichten en ook het scherpstelpunt zorgvuldig kiezen in combinatie met de scherptediepte. Zaken als verscherping, contrast, verzadiging, kleurtoon, ruisonderdrukking, lenscorrecties en kleurtemperatuur regel je voor JPEG met de opties Beeldstijlen, Ruisonderdrukking, Lensafwijkingscorrectie en Witbalans. Door de camera in RAW te zetten kun je al die parameters achteraf nog volledig naar eigen wens regelen en zelfs de belichting nog behoorlijk corrigeren met minimaal kwaliteitsverlies. Zet de camera dus eens op JPEG + RAW en ga die RAW-bestanden eens bewerken in het gratis Digitale Photo Professional van Canon of in Lightroom van Adobe. Zo kun je van één digitaal negatief meerdere JPEG-versies maken. |
Portret
Bij een portret bij bestaand licht wil je dat de achtergrond onscherp is en dat het gezicht goed belicht is met een aansprekende huidstint. Dat is ook het streven van het Portretprogramma, maar het grote nadeel is dat je niet zelf het scherpstelpunt kunt kiezen, wat bij portretten kritisch op het oog moet liggen. Ook de ISO is automatisch zonder verder instelmogelijkheden. In de Av-stand heb je het scherpstelpunt en de ISO wel onder controle.
• Programma: Av-stand
• Diafragma: zo groot mogelijk, variërend van f/5.6 tot f/2
• ISO: zondanig dat sluitertijd niet langer is dan 1/50s
• Lichtmeetmethode: Centrumgewogen
• Scherpstelling: op het oog met zelf gekozen AF-punt iets uit het midden
• AF-modus: One Shot of als onderwerp gaat bewegen, Ai Focus
• Witbalans: Automatisch
• Beeldstijl: Standaard
• Opmerkingen: werk met een brandpunt van 50mm of meer. Gebruik bij tegenlicht eventueel een kleine invulflits.
Landschap
Een landschapsfoto verlangt een grote scherptediepte en pakkende kleuren. Ook moet je vaak een groot contrast overbruggen tussen lucht en voorgrond. De camera kiest in het Landschap-programma een klein diafragma en een levendige, scherpe beeldstijl. Ook past hij een schaduwverheldering toe. Helaas kun je weer niet het scherpstelpunt kiezen (hyperfocaal punt) of de ISO regelen. Tevens ontbreekt de mogelijkheid om belichtingscompensatie toe te passen of een andere lichtmeetmethode in te stellen. In de Av-stand heb je alle die zaken wel weer in eigen hand.
• Programma: Av-stand
• Diafragma: variërend van f/11 tot f/22 (niet kleiner: diffractie)
• ISO: met statief zo laag mogelijk. Let op beweging van het onderwerp
• Lichtmeetmethode: Meervlaks/Evaluatief
• Scherpstelling: op hyperfocaal punt, handmatig of met verschoven AF-punt
• AF-modus: One Shot
• Witbalans: Automatisch of voorkeuze op basis van weersomstandigheid
• Beeldstijl: Landschap
• Opmerkingen: werk in RAW als er hoog contrast is of maak desnoods een belichtingstrapje voor een HDR-montage in Lightroom.
Close-up en Voedsel
Het programma Close-up voor bloemen, voedsel en dergelijke kiest camera-instellingen om van dichtbij te fotograferen, maar dit is eigenlijk een eigenschap van de lens. Je hebt een langer brandpunt nodig en ook een korte scherpstelafstand. Als je daar foto’s mee maakt, dan heeft Close-up weinig toegevoegde waarde omdat je het scherpstelpunt niet zelf kunt kiezen en de Auto ISO geen rekening houdt met het werken vanaf statief of met beeldstabilisatie, wat vaak het geval is. Ook ontbreekt belichtingscompensatie en keuze van diafragma (regelen scherptediepte). Wederom brengt de Av-stand redding.
• Programma: Av-stand
• Diafragma: variërend van f/2.8 of groter (kleine scherptediepte) tot f/22 (grote scherptediepte)
• ISO: met statief zo laag mogelijk. Let op beweging van het onderwerp
• Lichtmeetmethode: Centrumgewogen
• Scherpstelling: handmatig of met verschoven AF-punt (onderwerp uit het midden)
• AF-modus: One Shot
• Witbalans: Automatisch of voorkeuze op basis van weersomstandigheid
• Beeldstijl: Standaard of Levendig
• Opmerkingen: indien mogelijk scherpstellen in Live view. RAW geeft meer flexibiliteit en kwaliteit.
Sport en Kinderen
Bewegende onderwerpen, van spelende kinderen tot sport, fotografeer je meestal met korte sluitertijden. Dat is dan ook de eerste keuze van het programma. Ook kiest de camera dan de motordrive, Ai Servo en Automatisch AF. Dus op zich allemaal prima instellingen. Enige minpuntje is dat de sluitertijd - ook bij veel licht - niet korter wordt dan 1/1000s, terwijl bij snelle sporten soms 1/2000s tot 1/4000s wenselijk is om alle beweging echt te bevriezen.
• Programma: Tv-stand
• Sluitertijd: variërend van 1/250s (spelend kind) en 1/1600s (voetbal) tot 1/4000s (racesport)
• ISO: ook overdag relatief hoog (ISO 800) voor korte sluitertijden
• Lichtmeetmethode: Centrumgewogen
• Scherpstelling: uitgebreid AF-punt
• AF-modus: Ai Servo
• Witbalans: Automatisch vooral bij afwisseling zon en schaduw
• Beeldstijl: Standaard
• Opmerkingen: gebruik motordrive met JPEG voor hoogste opnamesnelheid en grootste buffer.
Groepsfoto
In Groepsfoto is de camera geleerd om een kleiner diafragma te kiezen om zo een voldoende grote scherptediepte te hebben om enkele rijen met mensen toch allemaal scherp op de foto te krijgen. Het sceneprogramma laat je wel de belichting corrigeren voor bijvoorbeeld tegenlicht of een witte muur. Ook kun je in de motordrive werken om eventueel hoofden of gesloten ogen van verschillende foto’s te ‘knippen en plakken’. Het resultaat van het programma Groepsfoto wordt echter meer bepaald door de keuze van de lens, waarbij een gematigde groothoek de voorkeur heeft. In de Av-stand kun je alle parameters zelf kiezen en zullen de groepsfoto’s minstens zo goed zijn als in het automatische programma.
• Programma: Av-stand
• Diafragma: gemiddeld, variërend van f/5.6 tot f/11
• ISO: zondanig dat sluitertijd niet langer is dan 1/50s
• Lichtmeetmethode: Meervlaks/Evaluatief
• Scherpstelling: op de middelste rij van de groep
• AF-modus: One Shot
• Witbalans: Automatisch
• Beeldstijl: Standaard
• Opmerkingen: werk met een brandpunt van 35mm of meer om vervorming van personen aan de rand links/rechts te voorkomen. Flits bij voorkeur via het plafond om harde slagschaduw te vermijden.
Kaarslicht
Bij opnamen bij kaarslicht is er weinig licht en dus veel kans op bewegingsonscherpte door zowel onderwerp als camera. Ook de sfeer/witbalans is bepalend. Het programma Kaarslicht zal een maximaal diafragma kiezen, maar echter terughoudend zijn met het verhogen van de ISO. De kans blijft groot op bewegingsonscherpte. Wil je dit onderwerp zelf in de hand hebben, kies dan weer de Av-stand.
• Programma: Av-stand
• Diafragma: maximaal. Bij voorkeur lichtsterke lens met vast brandpunt (EF 50mm f/1.8 STM)
• ISO: zondanig dat sluitertijd niet langer wordt dan 1/50s
• Lichtmeetmethode: Centrumgewogen
• Scherpstelling: op het onderwerp met AF-punt iets uit het midden
• AF-modus: One Shot
• Witbalans: Automatisch of Gloeilamp
• Beeldstijl: Standaard
• Opmerkingen: Werk in RAW of zet de ruisonderdrukking iets hoger. Flits niet. Gebruik eventueel een statief en laat het onderwerp even stil zitten.
Nachtportret
Een portret in de avond in een stad is een heel specifiek onderwerp. Als je optimaal gebruik wilt maken van het programma Nachtportret, dan wordt een statief aanbevolen en een groothoek. Het idee is dat de omgeving belicht wordt door het weinige bestaande licht en dat het onderwerp op twee meter wordt ingeflitst. Dit kan ook uitgevoerd worden in de Av-stand.
• Programma: Av-stand
• Diafragma: maximaal. Bij voorkeur lichtsterke lens met vast brandpunt (EF 35mm f/2 IS)
• ISO: zondanig dat sluitertijd niet langer wordt dan 1/50s
• Lichtmeetmethode: Meervlaks/Evaluatief
• Scherpstelling: op het model met AF-punt iets uit het midden
• AF-modus: One Shot
• Witbalans: Automatisch
• Beeldstijl: Standaard
• Opmerkingen: Invulflits. Model op maximaal twee meter. Gebruik eventueel een statief en laat het onderwerp even stil staan.
Nachtopnamen uit de hand en HDR tegenlicht
Het resultaat van het programma Nachtopname uit de hand en van HDR tegenlicht is niet met een enkele foto in de P-, Av- of Tv-stand te bewerkstelligen, omdat in de camera een reeks van respectievelijk vier en drie foto’s softwarematig worden gemonteerd. Het aantal instelmogelijkheden is gering en het eindresultaat wordt alleen als JPEG opgeslagen. Wil je een hogere beeldkwaliteit, dan is het raadzaam om in de Av-stand en in RAW een belichtingstrapje van twee of meerdere foto’s te maken en deze op de computer te monteren met Lightroom tot een HDR. In alle gevallen geeft het werken vanaf statief de hoogste kwaliteit.
• Programma: Av-stand
• Diafragma: gemiddeld, variërend van f/5.6 tot f/11 (f/22 voor stervormige lichtpunten)
• ISO: met statief zo laag mogelijk. Let op beweging van het onderwerp
• Lichtmeetmethode: Meervlaks/Evaluatief
• Scherpstelling: op hyperfocaal punt, handmatig of met verschoven AF-punt
• AF-modus: One Shot
• Witbalans: Automatisch
• Beeldstijl: Standaard of Landschap
• Opmerkingen: werk in RAW en vanaf statief.
Samenvatting
Ben je met de instellingen van je camera bij een bepaald onderwerp ‘helemaal de weg kwijt’ (overbelicht, onscherp, verkeerde kleuren), zoek dan je toevlucht tot de uitgebreide lijst met voorgebakken Scène-programma’s van je EOS. Grote kans dat de opname dan alsnog redelijk geslaagd is. Is het dan nog niet goed, dan zul je toch naar de creatieve programma’s Diafragma- en Sluitertijdvoorkeur (Av en Tv) moeten overschakelen, waarbij je vanuit de genoemde instellingen alle controle krijgt.