Laatst moest ik in mijn fotokast op zoek naar een losse tussenring. Met enige moeite - ik gebruik hem namelijk niet elke dag - had ik die uiteindelijk gevonden. Tijdens deze ‘zoektocht’ stuitte ik op een heel ander (en vergeten) accessoire: mijn lichtmeter. Toen ik hem aanzette, gaf hij geen teken van leven meer. Een lege batterij. Ik had hem eerst terug willen leggen, maar omdat ik toch even naar zijn batterij moest kijken, heb ik er na al die jaren weer eens mee zitten spelen.
Ik heb hem een jaar of tien geleden gelijktijdig aangeschaft met mijn Elinchrome flitsset, waarbij ik hem in het begin redelijk vaak gebruikt heb in mijn studio. Ook kwam hij van pas bij continu-lichtopstellingen voor de productfoto’s, die ik onder andere maak voor EOSzine en mijn boeken.
Het is toch bijzonder om te zien dat ik hem nu al vele jaren niet meer gebruikt heb en ook zijn bestaan bijna vergeten was. Waarom is de lichtmeter eigenlijk in ongerede geraakt?
In de studio ben ik niet hele dagen bezig met uitvoerige portretfotografie. Bovendien ben ik niet steeds uitgebreid aan het experimenteren. Ik heb een paar verschillende flits-opstellingen, waarmee ik prima verschillende soorten portretten kan maken. Nadat ik die een paar keer gebruikt had en gemeten met mijn lichtmeter, wist ik op een zeker moment elke setup zonder meter in te stellen.
Dat is ook het geval geweest met mijn productfoto’s. De eerste paar keer heb ik de lichtmeter gebruikt, daarna wist ik blindelings hoe de instellingen van camera en licht waren. Kleine variaties los ik zowel bij portretten als producten op door een paar testfoto’s te maken. De lichtmeter heeft destijds zeker zijn nut bewezen, maar is gezien de bekendheid met mijn eigen lichtomstandigheden overbodig geworden.
Nadat ik de batterij had opgeladen en teruggeplaatst, was de lichtmeter weer ready-to-go. Hij werkte nog steeds als vanouds en zou zo weer in de studio zijn diensten kunnen bewijzen. Omdat dat bij mij dus passé is, heb ik de lichtmeter even het veld mee ingenomen. Gewoon buiten. Misschien zou hij daar nog van nut kunnen zijn.
Helaas. Een lichtmeter werkt het beste met opvallend licht en buiten voor architectuur en landschap werk je bijna altijd met gereflecteerd licht. En daarbij is de interne lichtmeter van de camera duidelijk in het voordeel, omdat hij precies de helderheid in het kader kan meten. Als je inzoomt op een gebouw, dan ziet de lichtmeting van de camera letterlijk het tegenlicht niet en wordt daardoor dus ook niet misleid. Bovendien fotografeer ik bij wisselend licht en veranderende onderwerpen altijd in RAW en in de Av-stand met Meervlaksmeting, waarbij ik bij heldere onderwerpen (of tegen-licht/lucht) een stopje overbelicht en bij donkere onderwerpen een negatieve belichtingscompensatie gebruik. De belichting van mijn foto’s is zo voor 95% in orde en die laatste 5% kan ik eventueel corrigeren in Lightroom. Ook binnen in het theater werkt deze aanpak prima. Het draaien aan wieltjes is zo te een minimum beperkt, ik hoef me niet druk te maken om de techniek en ik kan al mijn aandacht besteden aan kadering en timing.
Op het moment dat het onderwerp echter buiten weer binnen ‘handbereik’ komt, zoals bij natuur- en macrofotografie, dan wordt de inzetbaarheid van een lichtmeter weer zinvol. Je kunt dan opvallend licht meten en de instellingen worden niet misleidt door de helderheid of de schittering van het onderwerp. Zaken die de interne lichtmeting dan ‘onverwacht’ op het verkeerde been kunnen zetten.
De lichtmeter ligt weer op terug op zijn oude stek. Waarschijnlijk zal hij weer in de vergetelheid raken. En als ik hem over een paar jaar tijdens een zoekactie weer tegenkom, dan zal ik ongetwijfeld met weemoed terugdenken aan zijn vroegere inzetbaarheid, om hem - na een kort praktijkrondje buiten - weer terug op te bergen. L’histoire ce répète.
Heb jij andere of betere ervaringen met een losse lichtmeter, laat het me dan weten. Dan kan ik hem voortaan misschien toch weer standaard in mijn cameratas meenemen.