Als Nederlanders mij vragen hoe ik na tien jaar China tegen Chinezen aankijk, som ik meestal de plussen en minnen op. Ik ga jullie daar nu maar niet mee vermoeien, maar een van de pluspunten is dat Chinezen geboren ondernemers zijn. Door niets gehinderd beginnen ze hun straathandeltje dat twintig jaar later is uitgegroeid tot een heuse winkelketen met een imposant hoofdkantoor en een dikke Mercedes op de oprijlaan. Want Chinezen zijn harde werkers, die overal handel en geld in zien.
Dat zie je ten voeten uit op de Panjiayuan markt, ofwel de grootste antiekmarkt van Azië. Wat cijfers: het terrein beslaat 48.500 m2, waarvan 26.000 m2 voor business space waar meer dan 4.000 shops zijn gevestigd met 10.000 dealers. Het bezoekersaantal kan in de weekenden oplopen van 60 tot 70.000 per dag (waarvan 10.000 buitenlanders). Het aanbod is schier oneindig: porcelein, aardewerk, zijde, antiek, kalligrafie, houtsnijwerk, jade, sieraden, brons, borduurwerk enzovoort.
Het is een bont spektakel waar je overweldigd wordt door een schier oneindig kleurrijk en gevarieerd aanbod. Als fotograaf vind ik het een giga snoepwinkel en de afgelopen jaren heb ik er naar hartenlust gefotografeerd. Eerlijk gezegd vind ik foto’s die de markt laten zien minder spectaculair, dan het moois dat er in de ontelbare kraampjes ligt uitgestald. Ik vind het een soort Alice in Wonderland ervaring; een surrealistische miniatuurwereld die tot leven komt gezien door de lens.
Het is inderdaad een soort close-up of zo je wilt macrofotografie. En welke lens is er dan geschikter voor zo’n klus dan de Canon EF 100 f/2.8L IS? Heerlijk spelen met de beperkte scherptediepte en het bokeh z’n werk laten doen. Maar als het op achtergrondvervaging aankomt overtreft alleen de Canon EF 135 f/2L deze fabuleuze macrolens. Overbodig te vermelden dat ik die kanjer tijdens de Panjiayuan shoots ook in de Lowepro fototas had zitten. Tjonge jonge, wat een raspaardje!
Het is wat moeilijk te omschrijven, maar de lay-out van de markt bestaat uit relatief smalle gangpaden met aan weerszijden rijen met vaste stalletjes. Het is een open complex met een enorme overkapping met transparante lichtvensters. De lichtomstandigheden zijn zodoende wisselend en gezien de menigte is fotograferen op statief onmogelijk. Je bent aangewezen op schieten uit de hand wat veel beheersing vereist om met zo laag mogelijke ISO’s nog messcherpe shots te maken.
Wanneer je een interessant onderwerp hebt gevonden is het de kunst om een ideale invalshoek te pakken en akelig precies bepalen waar de focus ligt. Je staat je dus in allerlei bochten te wringen tot vermaak van de omstanders. De stalhouders vinden het overigens geen punt dat je hun handelswaar fotografeert. In een van mijn vorige blogs over airportfotografie gaf ik al aan dat je als fotograaf in China weinig in de weg wordt gelegd en de Panjiayuan markt is daar (gelukkig) geen uitzondering op.
Enfin, qua onderwerpen raak ik in China voorlopig niet uitgeput. Op het moment van schrijven zit ik toch weer te wikken en te wegen om maar weer eens een maand in Nederland door te brengen. Dat is totaal anders dan China maar gezien door mijn lens beslist niet minder boeiend.
Tony Vingerhoets
Beijing July 15, 2015