Als ik met mijn EOS R6 en RF 24-105mm f/4L IS binnen een fotoreportage heb (receptie, ceremonie, presentatie, feest) en ik wil of kan niet flitsen, dan heb ik de instellingen van de camera zo gekozen, dat ik me niet of nauwelijks druk hoef te maken om belichting, scherpte of kleur (zie kader). Ik heb dan maximaal aandacht voor de compositie en timing van het onderwerp. Sinds kort ben ik overgestapt naar een Auto M-versie van mijn aloude 'Av-recept'.
Algemeen: RAW, IS aan, Transportmodus Hoge snelheid, Elektronisch 1e gordijn of Elektronisch, AWB, Beeldstijl Standaard (Contrast -3). Scherpstellen: Servo AF, GH/volgen, Mensen, Case Auto en Init. Servo-AF-pt voor GH/volgen NIET op Auto. Belichting: Meervlaksmeting, Av, Auto ISO, Max. sluitertijd 1/125s, Belichtingscompensatie +/- |
Av-recept
Een reportage kenmerkt zich vaak door een veelheid aan onderwerpen in soms snel wisselende lichtomstandigheden. Een snelle scherpstelling en optimale belichting zijn dan belangrijke aspecten voor het welslagen ervan. Je wilt echter niet teveel tijd kwijt zijn aan de instellingen, zodat je je aandacht maximaal kunt richten op de (vaak onverwachte) gebeurtenissen voor de lens. Om zoveel mogelijk aandacht te hebben voor het onderwerp zul je daarom onder andere de belichtingsautomatiek van de camera moeten leren kennen (zie video) en je zult er op moeten leren vertrouwen.
Voor wat betreft de belichting heb ik daarom jaren geleden een soort ‘belichtingsrecept’ gemaakt. Meervlaksmeting is daarbij het uitgangspunt, omdat die het meest intelligent is van de beschikbare lichtmeetmethodes en in praktische zin rekening houdt met het scherpstelpunt (zie video), wat in 99 van de 100 gevallen het hoofdonderwerp is.
De belichtingscorrectie staat standaard op Nul, wat in combinatie met de belichtingsmarges van RAW een goede helderheid van de foto’s oplevert. In sommige gevallen +/- ik met de belichtingscompensatie (zie video). Als belichtingsprogramma heb ik Diafragmavoorkeur (Av) gekozen en f/4. Als ik wel eens een lichtsterkere lens op de camera heb dan de RF 24-105mm f/4L IS, dan kies ik soms een groter diafragma zoals f/2.8, maar blijf dan alert op een voldoend grote scherptediepte. Ik laat de camera de ISO bepalen (Auto ISO), waarbij ik bij de optie Max. sluitertijd een belichtingstijd van 1/125s (of soms 1/60s) heb aangegeven (zie video of video). Pas als (door weinig licht) de sluitertijd langer moet worden dan deze 1/125s zal de camera de ISO gaan verhogen. Zo voorkom ik bewegingsonscherpte van rustig bewegende personen en heb ik geen onnodig hoge ISO’s. Al deze instellingen heb ik opgeslagen onder C1 (zie video).
Toch ‘M’?
Ik kan met bovenstaand ‘recept’ de automatische belichting redelijk gedachteloos zijn werk laten doen en heb ik aan het einde van de dag er maar zelden een ‘misser’ tussen zitten. Toch gaat het wel eens fout. Want als ik tijdens zo’n reportage een stilstaand voorwerp wil vastleggen (taart, kaart, bloemen), dan is 1/125s gezien het brandpuntbereik van de lens en de aanwezigheid van beeldstabilisatie natuurlijk veel te kort. Met 1/30s zou ik ook een scherpe foto kunnen maken en dat scheelt 2 stops in de ISO. Ook zijn er onverwachte momenten van snellere actie (gejuich, dansen), waarbij ik eigenlijk kortstondig naar 1/500s zou moeten, maar de camera toch naar 1/125s gaat.
Als ik dat zie aankomen, schakel ik altijd even over naar de Tv-stand en kan ik de gewenste sluitertijd kiezen, dus 1/30s of 1/500s. Dat gaat goed als ik de RF 24-105mm f/4L IS op mijn EOS R6 heb zitten, want het diafragma blijft f/4. Maar heb ik toevallig mijn RF 35mm f/1.8 IS erop gezet, dan pakt de camera bij weinig licht een groot diafragma (f/1.8 of f/2) en verlies ik zo al mijn scherptediepte. Ik kan dat voorkomen door de instelling Diafragmabereik vanaf f/4 te zetten (zie video), maar dan verlies ik de mogelijkheid om een voorwerp met een dromerige kleine scherptediepte te schieten.
Sinds kort heb ik het ‘Av-recept’ vervangen door een soortgelijk ‘M-recept’. De M-stand is voor reportages geen flexibele keuze, maar wel als ik met Auto ISO blijf werken en zo de camera toch het standaard ‘denkwerk’ laat verrichten (zie video). De sluitertijd – mijn controlerende variabele – stel ik in met het hoofdinstelwiel bij de ontspanknop, het diafragma regel ik met het tweede instelwiel bij mijn duim en de belichtingscompensatie (BC) ken ik toe aan de Control-ring op de lens. Ik neem voor binnenreportages als uitgangswaarden f/4, 1/125s en +/- 0 en werk zo eigenlijk niet anders dan met het ‘Av-recept’. Krijg ik echter een ‘stilleven’ voor de lens, dan ga ik naar 1/30s. Als ik vervolgens de camera richt op gejuich of dans, dan verkort ik de sluitertijd snel naar 1/500s. De Auto ISO en Meervlaksmeting houden daarbij alles netjes goed belicht, waarbij ik soms corrigeer met +/-.
Een aandachtspunt is wel dat wanneer ik naar buiten ga als het zonnig is, ik een kortere sluitertijd en/of kleiner diafragma moet instellen om overbelichting te voorkomen. Het fijne van een spiegelloze camera is dat je die eventuele overbelichting buiten meteen in je zoeker ziet.
In de onderstaande tabel zie je welke waarden van diafragma, sluitertijd en ISO gangbaar zijn onder de verschillende belichtingsomstandigheden.
Samenvatting
Ik heb nu een paar reportages gedaan met mijn ‘M-recept’ en tot op heden geen missers in belichting gehad en toch flexibeler ben ten aanzien van de gewenste sluitertijd. Ik merk wel dat ik vooralsnog goed op die sluitertijd moet blijven letten, want als ik even een ‘uitstapje’ gemaakt heb naar 1/30s of 1/500s, dan moet ik wel weer terug naar mijn 1/125s.
Gebruik jij de M-stand in combinatie met Auto ISO al langer, dan ben ik benieuwd naar jouw ervaringen. Ga je mijn ‘M-recept’ voortaan gebruiken, dan wil ik natuurlijk ook weten hoe dat gaat. Laat het me onder dit artikel weten. Uiteindelijk zijn instellingen van de camera en werkwijze van fotograferen heel persoonlijk.