Een professionele fotostudio wordt ontworpen en ingericht om 100% controle te hebben over belichting en kleuren en tegenwoordig zelfs ook over geluid. Als vrijetijdsfotograaf heb je die luxe niet en moet je het doen met de beperkingen van een woonkamer of garage. Met een paar simpele aandachtspunten kun je dan toch tot heel behoorlijke resultaten komen bij product- of portretfotografie (en vlogs). Deze keer kijken we naar de invloed van zelfgemaakte studiogordijnen.
.
Gavin Hoey De meester van de ‘Small Home Studio’ is Gavin Hoey. Hij laat in aansprekende tutorials zien hoe je heel aansprekende portretten kunt maken in een kleine thuisstudio. Bezoek zijn kanaal op Adorama TV (klik hier) op YouTube (klik hier). DOEN! Leuk en leerzaam. |
Studiogordijnen
Een studiogordijn? Bestaat deze term eigenlijk wel? We bedoelen hier niet een doek dat sommige fotografen gebruiken als achtergrond, maar grote lappen textiel waarmee je de wanden en het plafond (alles buiten beeld) van een compacte leefruimte tijdelijk kunt ‘afdekken’. Textiel is niet zo geschikt als strakke en gladde achtergrond, maar kan wel heel goed dienen om op een simpele, voordelige en niet-permanente manier controle te krijgen over de reflectie van flitslicht, over de kleuren van de muren/plafond en over de demping van geluid. Ook kun je ze gebruiken om eventueel invallend en wisselend zonlicht te filteren of zelfs te blokkeren.
Stel dat je in een garage of schuur (bxdxh: 3x4x2,5m) portretsessies wil houden. De wanden zijn stellingen met klusspullen en kleine huisraad en het plafond is van vurenhout met een lichtkoepel. Met een rol achtergrondpapier en een achtergrondsupport kun je dan al een prima achtergrond voor je foto’s maken. Papier is strak, kun je eenvoudig vernieuwen en je hebt keuze uit veel kleuren. Wil je een opvouwbare/inklapbare achtergrond, dan kun je zelfs motieven als achtergrond gebruiken. Klik hier voor een overzicht.
Dergelijke achtergronden zijn een must voor een strakke flitsfoto, maar het verdient toch aanbeveling ook even naar de wanden en het plafond van je thuisstudio te kijken. In principe blijven die buiten beeld, maar ze hebben toch invloed op je foto’s. Het flitslicht dat je gebruikt wordt namelijk niet alleen teruggekaatst (of geabsorbeerd) door wanden en plafond, maar neemt ook een deel van hun kleur over. En dat zijn belangrijke aspecten bij de juiste belichting en huidstinten van je model.
Reflectie Reflectie van materiaal wordt behalve door de kleur, ook bepaald door de gladheid van het oppervlak. Zo is zwart achtergrondpapier eigenlijk donkergrijs en is ruw flanel veel dieper zwart. Glanzend zwarte voeringstof zal dus weinig licht absorberen, dus wees daarop bedacht bij de keuze van het ‘gordijn’-textiel.
Wil je heel gecontroleerd flitslicht reflecteren, dan is een gordijn niet het optimale accessoire. Dan kun je veel beter met een reflectiescherm werken (klik hier). Ook zijn er veel ‘lichtvormers’ om flitslicht te bundelen of juist te verzachten (klik hier). |
De praktijk
Voor de geschetste situatie hebben we zelf ‘studiogordijnen’ gemaakt. We zijn op zoek gegaan naar redelijk matte stof om met de kleuren wit en zwart een dubbel gordijn te maken met een zijde wit en een zijde zwart. Een goede keuze is dan poplin dat ongeveer 6 euro per strekkende meter kost en 1,5m breed is (klik hier). Dus voor een zwart/wit-gordijn van 2,5 meter hoog heb je dan 5 meter nodig, zijnde 30 euro. Bij een houten- of systeemplafond kun je met haakjes en gordijnclipjes werken om de gordijnen op te hangen. Wil je de gordijnen vrijstaand kunnen plaatsen, dan kun je ook een achtergrondsupport aanschaffen zoals van je papierrol, zodat je ze zelfs nog op locatie kunt gebruiken.
De witte kant kun je gebruiken bij standaard, high key flitsfotografie en bij productfotografie en vlogging, wat zorgt voor homogeen en neutrale verstrooiing van het licht (flits/continu). De zwarte zijde gebruik je als je het flitslicht niet wilt laten reflecteren, bijvoorbeeld bij low key portretten. Je hoeft de gordijnen eigenlijk alleen te gebruiken op de wand waarop het flitslicht direct valt, want de sterkte van flitslicht neemt snel af met het toenemen van de afstand. Bij een laag plafond is het gezien de korte afstand tot het hoofd van het model niet onverstandig om ook deze te ‘bekleden’. Dus met twee zwart/wit-gordijnen heb je al behoorlijk veel controle over reflectie en neutrale kleuren. Je kunt er ook relatief eenvoudig daglicht mee buiten houden, dus dan heb je het licht nog beter in de hand.
Omdat het flitslicht terugkaatst van de neutraalgekleurde gordijnen zul je met de automatische witbalans al redelijk natuurgetrouwe kleuren registeren. Bij studiofotografie adviseren we echter toch altijd met een vaste witbalans te werken (Kelvin) of een handmatige witbalans te maken.
‘Softbox’ Je kunt de reflectie van een wit gordijn ook gebruiken om bewust je flitslicht te verzachten door ertegenaan te flitsen zodat het sterk wordt verspreid voordat het op het onderwerp valt. Je kunt ook door de witte helft heen flitsen. Genoeg mogelijkheden om te experimenteren. |
Geluid
In een fotostudio speelt geluid natuurlijk niet echt een rol, maar omdat de moderne fotograaf tegenwoordig steeds meer de videofunctie van zijn camera gaat gebruiken, is het handig dat de gordijnen dan ook van nut zijn. Het zijn in dat geval prima geluiddempers om galm bij de geluidsopname te reduceren. Leg je dan ook nog een kleed op de vloer, dan wordt de geluidskwaliteit van spraakopnames vaak veel beter. Klik op de onderstaande afbeeldingen voor een geluidssample.
|
|
Samenvatting
Wil je als vrijetijdsfotograaf in je thuisstudio meer controle hebben over de belichting en kleuren van je portret- en productfoto’s, dan kun je met simpele hulpmiddelen prima resultaten bereiken. Zelfgemaakte neutraalgekleurde ‘studiogordijnen’ kunnen je dan prima van dienst zijn. Ze zijn niet duur en nemen opgevouwen weinig ruimte in. Met een beetje handigheid kun je dan flexibel flitslicht reflecteren of tegenhouden, zodat je niet met onverwachte contrasten of kleuren geconfronteerd wordt. Het effect van dergelijke gordijnen is afhankelijk van materiaalkeuze, afstanden en gewenst beeldkarakter, maar soms kan tijdens een portretsessie een ongewenst invullicht of kleine kleurzweem al veel roet in het eten gooien.