Na drie jaar én een fatale crash werd het tijd voor een nieuwe telefoon. En hoewel ik wel iets heb met technologie, heb ik niet zoveel met smartphones. Je moet er mee kunnen bellen, er moet wifi opzitten met een paar handige apps en als ik letterlijk de weg kwijt ben, dan moet Google Maps me weer op het goede pad helpen. Meer dan een standaard budget telefoon heb ik dus eigenlijk niet nodig.
Onderhuids was ik deze keer echter toch wel heel nieuwsgierig naar de cameratechniek op de zogeheten ‘flagships’ van de diverse merken. Hoewel ik eigenlijk nooit foto’s maak met mijn smartphone dan behalve van de openingstijden van de lokale bakker op vakantie of van een bord met een wandelroute, wilde ik toch meer praktische ervaring opdoen met ‘smartphone-fotografie’. Na veel wikken en wegen werd het uiteindelijk een telefoon met drie lenzen op de achterzijde (14mm, 28mm en 52mm eq.) en met de mogelijkheid om in RAW (DNG) te fotograferen. Zo had ik dus altijd een ‘camera’ in mijn broekzak.
Mijn eerste ervaringen zijn redelijk positief. Ten eerste ben ik me nu met deze smartphone meer bewust dat ik altijd een camera bij me heb, waarvan de foto’s het aanzien op een beeldscherm de moeite waard zijn: prima kleuren, scherpte en helderheid. Dus ga je ook bij niet-fotogelegenheden meer met een fotografisch oog kijken. Zo was ik laatst op koffievisite bij een vriend in Antwerpen en kon ik plotseling met zo’n 14mm heel leuke dingen doen op het Centraal station. Behalve het nut van drie brandpunten heb ik ook gemerkt dat de ‘intelligentie’ van de software ziet wat het onderwerp is en dat de telefoon 'weet' wanneer hij bijvoorbeeld een HDR moet maken. En zolang je niet inzoomt op 100% in Photoshop of een afdruk maakt van A3, dan ziet het er allemaal niet verkeerd uit. Dat geldt ook voor een spontane portretfoto van de kleinkinderen. De automatiek ‘ziet’ waar een gezicht is en weet ook de witbalans goed in te schatten. En ondanks dat het digitale bokeh rond het hoofd soms steekjes laat vallen, zal publiek met een ongeoefend oog de fouten niet zien op Facebook of Instagram.
Dus tot zo ver weinig te klagen. Maar toch zal deze ‘slimme’ telefoon niet mijn ‘echte’ camera’s gaan vervangen. Zelfs niet mijn PowerShot G7X. En dat is vooral te wijten aan de voor mij (man, senior) onhandige bediening van een smartphone camera. Te vaak raak ik onbedoeld met mijn vinger het scherm aan. Dan staat bijvoorbeeld de camera in video in plaats van foto of zie ik plotseling mezelf (selfie-modus) en niet het onderwerp voor me. Niet zelden zit ik met mijn vingers over de lens en lukt het vaak niet heel nauwkeurig te kaderen, omdat ik met gebogen armen sta. Ook mis ik bij de digitale ontspanner de feedback en het geluid van mijn EOS. Heb ik de foto nu wel of niet gemaakt? Veel gestuntel dus, waardoor ik regelmatig ‘het beslissende moment’ mis en de foto net zo goed niet had kunnen proberen te maken. Ik ben dan ook een echte ‘knoppen-man’, die bovendien gewend is aan de stabiliteit en nauwkeurigheid van een ‘oogzoeker’-houding.
RAW Bijna als eerste heb ik mijn nieuwe telefoon op RAW/DNG gezet, want ik fotografeer altijd in dat bestandsformaat, zodat ik in Lightroom de puntjes op de i kan zetten. De DNG’s van een telefoon zijn echter niet te vergelijken met die uit bijvoorbeeld mijn PowerShot G7X. Op een DNG worden namelijk geen beeldalgoritmes toegepast en je ziet veel ruis (ook bij ISO 50), weinig contrast en fletse kleuren. Je bent lang bezig in Lightroom om ook maar enigszins in de buurt te komen van de JPG’s die direct uit de telefoon kunnen komen. Eigenlijk zouden telefoonfabrikanten hun eigen RAW-converter moeten ontwikkelen. Ook is het in de DNG-stand niet mogelijk om beeldmontages in de telefoon te laten doen, dus geen HDR of panorama. RAW in een telefoon heeft voor mij dus praktisch geen meerwaarde. |
Toch is mijn nieuwe telefoon in fotografisch oogpunt een aanwinst. In alle gevallen dat ik géén camera bij me heb of mee wil nemen, kan ik nu toch memorabele momenten en onderwerpen op een prima schermkwaliteit vastleggen. Ook dient mijn nieuwe smartphone als een soort ‘verkenningscamera’, zoals bij bovenstaand voorbeeld van het Centraal Station van Antwerpen. Nu ik gezien heb wat je daar allemaal met een groothoek kunt fotograferen, ga ik zeker een keer terug met mijn EOS 5D mark IV, EF 16-35mm 4L IS, statief én filters om dit stukje architectuur eens echt goed vast te leggen.
Afsluitend nog een boude gedachte. De beeldsoftware in telefoons is naar mijn gevoel vele malen ‘slimmer’ dan in een ‘echte’ camera. En er zijn momenten dat je daar als EOS-fotograaf best profijt van zou kunnen hebben. Ook het direct delen van foto’s vanaf een smartphone is superhandig. Wat nu als Canon eens zou bellen met Google……. Krijgen we dan ‘the best of both worlds’? Wat denk jij?