Hoe bijzonder moet natuurbeleving zijn om ‘indruk’ te maken? De afgelopen 3 dagen heb ik (weer) kunnen ondervinden dat daar voor mij geen grote, wilde of zeldzame dieren voor nodig zijn. Afgelopen donderdag laat in de middag hoorde onze oudste dochter ergens in de tuin gepiep en omdat het gekwetter vanuit het nestkastje hoog aan de muur verstild was, moest dit wel een jonge pimpelmees zijn die was uitgevlogen. Maar waar zat hij? Het geluid zat laag en leek uit de richting te komen van de krat waar we het glas in bewaren voor de glasbak. Alles heel voorzichtig eruit gehaald en ja hoor; helemaal onderin zat een heel klein Pimpelmeesje zielig te zijn. Weer terug op een tak gezet en vanaf een afstandje gekeken of hij zou worden gevoerd.
Het bleef erg stil en ook zijn vliegkunst was nog niet van het niveau Max Verstappen, dus kwam hij weer op de grond terecht op een onhandige plaats. Wéér in de boom gezet en zelf naar binnen, maar het herhaalde zich en hij bleef maar piepen om eten. Omdat het al avond werd snel plan B uit de kast getrokken. Op de grond was hij de klos, want er komen met grote regelmaat katten langs onze tuin en die zouden hem zo te pakken krijgen. Daarom een klein kartonnen doosje omgebouwd tot Airbnb 2.0 en van fijngemalen gedroogde meelwormen een 3-sterrenmaaltijd gemaakt. Het geheel viel in de smaak bij mijnheer en na een goede nacht binnen kon ik hem ’s morgens vroeg weer wat aangesterkt in de tuin zetten. Het gepiep bleek harder dan de avond ervoor en dus kwam de kat van de buren op bezoek en kwamen er 2 eksters in de tuin om te kijken of er voor hun ook een 3-sterrenmaaltijd klaar stond. En dan sta je dus (wild om je heen zwaaiend) om half 7 ’s morgens al voor ranger te spelen in je eigen tuin… (en een terechte keus om hem een nacht binnen te houden). Vader en moeder Pimpelmees kwam af en toe even langs, maar omdat de rest van hun kroost blijkbaar al veel beter kon vliegen (en dus niet meer in of naast onze tuin zat) hadden we al snel in de gaten dat ‘onze’ pimpel niet hun prioriteit had. We hebben hem dus toch maar bijgevoerd en dit geeft altijd een dubbel gevoel, want het is niet echt de ‘natuur op z’n beloop’ laten, maar om hem zo dood te laten gaan…
Weer een nachtje binnen en nu moest hij toch wel kunnen vliegen de andere dag, maar ook deze tweede volledige dag leverde vooral veel gepiep of en weinig succesvolle vluchtpogingen. Hij kreeg ook de smaak te pakken van het meelwormenpapje en kwam zelfs over de tegels naar onze oudste dochter gehupt om te ‘vragen’ om eten! En als dan het lepeltje naar z’n bekje ging begon hij te trillen en fladderen zoals jonge vogels dat doen als ze gevoerd worden door hun ouders. Tja, wat doe je dan… Toch nog een nachtje binnen en vandaag weer vroeg uit bed om hem om half 7 buiten te zetten en weer de eksters weg te halen. Nu zal hij toch wel sterk genoeg zijn om wat omhoog te vliegen… helaas, ook vandaag bleek de wet op de zwaartekracht nog steeds sterker dan zijn doorzettingsvermogen. En toen hij vanmiddag om 2 uur helemaal nat geregend weer op de grond zat te piepen was er maar één oplossing; naar het vogelrevalidatiecentrum in Zundert!
Daar kreeg ik te horen dat hij kerngezond was, maar duidelijk te klein. Daarom kiezen de Pimpelmees ouders er ook voor om alle energie in de andere jongen te steken, omdat hij het toch niet zou halen. Zo hard is de natuur en zo soft zijn wij dat we daarin af en toe willen ‘ingrijpen’. Maar maakt dat uit? Voor mij niet en nu gaat hij het zeker redden. Het was het zeker waard om 3 dagen heel vroeg op te staan en gedroogde meelwormen te ‘vermalen’ tot een culinair aantrekkelijk papje. En hij heeft het eigenlijk ook nog ‘terugbetaald’, omdat ik af en toe nog wat foto’s van hem heb kunnen maken (zelfs met de 15mm groothoekmacro), maar vooral omdat ik van heel dichtbij zo heb kunnen genieten van dit prachtige beestje!