Als er een groot sportevenement is, dan kun je er zeker van zijn dat Pim Ras er met zijn camera bij is. Voetbal, atletiek, turnen, zwemmen. Hij maakt er altijd een iconische foto van. De Olympische spelen zijn voor hem de ultieme 'snoepwinkel' en tijdens zijnde 10e Olympische spelen heeft hij weer veel memorabele momenten vereeuwigd. In deze blog zijn verslag van de OS 2021 in Tokyo. Wow!!
Deel 1 (18-31 juli)
Deze Olympische Spelen zijn mijn 10e Spelen, waarvan zes Zomerspelen en vier Winterspelen. Op voorhand waren de richtlijnen die de pers enkele maanden geleden gekregen had, uiterst streng. Iedere dag testen, in je hotel blijven en nog meer restricties. In de praktijk viel het echter gelukkig erg mee. Ik ben hier nu 12 dagen en over twee dagen kan ik me weer als ‘vrij man’ door Tokyo heen bewegen, omdat de quarantaine regels dan zijn opgehouden. Maar ik mag nu al gewoon naar de McDonalds lopen, hoor.
Qua werk is het wel iets anders dan normaal. Bij vorige Spelen kon je bij de meeste sporten met een toernooi-accreditatie om je nek zo naar binnenlopen, maar nu is dat anders. Je moet je elke dag opnieuw aanmelden voor de sporten waar je de volgende dag naartoe wilt. Maar ik ben nog niet één keer geweigerd als ik dat in de hectiek vergeten ben.
Er zijn nog steeds best veel fotografen en soms is het lastig om een plek te vinden, omdat de fotomanagers toch willen dat je probeert afstand te houden, wat bij een kudde hongerige fotografen niet altijd lukt. Je hebt twee categorieën fotografen. Ik zit in groep 1, te herkennen aan de bruine hesjes, die werken voor kranten of websites. En je hebt fotografen die werken voor de grote persbureaus in de wereld zoals Getty Images, Reuters en AFP en zij zijn te herkennen aan blauwe hesjes. Zij krijgen de beste plekken, omdat ze de hele wereld van foto’s moeten voorzien. Zij werken op een 5G-netwerk waarmee zij de beelden uit de camera direct naar de editors in het mediacentrum sturen. Daar worden de foto’s zo snel mogelijk bewerkt voor publicatie. Ik heb iets meer tijd en doe ook de bewerking zelf, zodat ik die veel beter aan kan laten sluiten bij het karakter van het onderwerp en dat verschil zie je uiteindelijk toch terug.
Op de helft van deze Spelen ben ik niet ontevreden met wat ik tot nu toe gemaakt heb. Ik heb als streven dat ik aan het eind van deze Spelen twee of drie foto’s heb gemaakt, die de mensen over 10 jaar nog kennen. Eén van die iconische foto’s heb ik al gemaakt. Het zwart-wit portret van Mathieu van der Poel die zijn Olympische droom in duigen heeft zien vallen. Letterlijk.
Het grote struikelblok hier is het vervoer. Je bent aangewezen op media-bussen en deze beperking maakt ook dat je keuzes moet maken waar je naartoe wilt gaan. In het geval van Mathieu was de reis drie uur en de bus was te laat. Ik kwam bij de start binnen en wilde direct naar de plek des onheils lopen, maar toen was Van der Poel al gevallen. Plan B was dus dat ik een foto moest hebben toen die afstapte. Na lang zoeken vonden ik en mijn collega’s de tent waar hij zijn teleurstelling zat te verwerken en toen was het prijsschieten. De modder op zijn gezicht en zijn holle blik maakten het beeld af. Nog één week knallen, met atletiek en de baanwielrenners en dan moet die tweede iconische foto er ook wel aankomen!!
Deel 2 (Gehele verblijf)
Zittend in de KLM-vlieger die ons samen met de sporters van Team NL naar Nederland brengt, geef ik in dit tweede deel – als vervolg op het verslag van de eerste week – een kleine terugblik op 21 dagen Tokyo, waar ik mijn 10de Olympische Spelen mocht fotograferen voor het Algemeen Dagblad, AD Sportwereld en AD.NL.
Het waren door de Covid-restricties bijzondere Spelen. Geen publiek in de stadions, de atleten in bubbels en als fotografen mochten we slechts één sport per dag in beeld brengen. Dat bleek in de praktijk gelukkig mee te vallen en kon je toch meerdere sporten bezoeken. Als de afstanden het toelieten kon je alle stadions makkelijk bereiken met de busverbindingen, die vanaf het Main Press Centre naar de sportlocaties gingen. Lukte dat niet, dan kon je met een voucher ter waarde van 10.000 Yen (ca. 80 euro) een taxi bestellen. Alleen het wielrennen op de weg en op de baan en het zeilen lagen erg ver weg. Ik had het geluk dat ik met een busje van de AD-videoploeg mocht meerijden, maar de meesten collega’s deden er 2,5 uur heen, 2,5 uur terug over met de bullit-train.
Gemiddeld deed ik 2 tot 3 sporten op een dag. Dat blijft het mooie aan het fotograferen van Olympisch Spelen, de diversiteit aan sporten die je voor je lens krijgt. En of je nu bij atletiek, zwemmen of hockey zit; de techniek van het fotograferen blijft hetzelfde. Zoeken naar het juiste moment, letten op een schone achtergrond al dan niet met de Olympische ringen op de achtergrond. Er waren natuurlijk hoogte- en dieptepunten. Als er ergens, bijvoorbeeld bij surfer Kieran Badloe goud gehaald wordt en jij zit bij handbal, dan baal je gewoon. Maar als Badloe de dag daarvoor al in het AD gestaan heeft, maak je in overleg met de verslaggever de keuze om die dag drie andere sporten te doen in plaats van één foto van de gouden Badloe.
De dag daarna ben ik wel het water opgegaan voor de Laser-race van Marit Bouwmeester. Blijft mooi op het water fotograferen, maar zeker ook erg lastig! Een dag daarvoor lagen alle camera’s van collega Klaas-Jan van der Weij in de boot te drijven, dus we waren gewaarschuwd. Eenmaal in de lage RIB, de motorboot met een 225 pk buitenboordmotor, kwamen de golven ook vervaarlijk tegen de zijkanten van onze boot aan. De fotografen waren meer bezig om hun camera’s schoon en droog te houden, dan foto’s te maken.
Mijn mooiste serie heb ik toch wel gemaakt bij de twee gouden races van Sifan Hassan. Ik stond in de MOAT, zoals dat heet. Dat is een fotografen-gracht langs de atletiekbaan van waaruit je met een superlaag standpunt de race kunt fotograferen. Na de 5000 meter kwam Sifan recht voor me staan met de Nederlandse vlag, keek als een vorstin omhoog en de lichten van het Olympisch stadion maakte de foto af. Ik had mijn iconische foto gemaakt! Ik heb er wel een gekneusde rib aan overgehouden, toen ik iets te ver naar achteren leunde en de gele leuning het begaf, waardoor ik 1 meter naar beneden kukelde met camera en al!!!
Kortom, het waren weer drie topweken met weinig slaap (soms maar 3,5 uur), minder goed eten, veel in de bus zitten, maar ook prachtig om dit met de Nederlandse collega-fotografen mee te mogen maken.
Tot over 3 jaar.
Paris. Here we come!!