Regel van 1/4

Pieter Dhaeze donderdag 11 oktober 2012

Regel van ¼? Hebben de bezuinigingen nu ook al gevolgen voor de meest toegepaste compositieregel in de fotografie, ‘de regel van 1/3’? Moeten we het voortaan met een kwart doen in plaats van met éénderde? Nee, ‘de regel van ¼’ laat de ‘Gulden Snede’ van de Oude meesters ongemoeid, maar heeft betrekking op hoe ik de laatste tijd foto’s beoordeel en hoe ik ze publiceer.

Waarschuwing: onderstaand volgt een uiteenzetting met veel getalletjes en berekeningen. Heb je daar helemaal geen zin in of tijd voor, klik dan hier om meteen naar de Samenvatting te springen.

Beoordelen op 1:4 (=25%)
Tegenwoordig betrap ik mezelf erop dat ik mijn RAW-foto’s nog maar zelden op 100% bekijk in Lightroom. Ik werk op een 24” monitor met een resolutie van 1920 bij 1200 pixels en heb in Lightroom bij de modules Bibliotheek en Ontwikkelen altijd één paneel ingeklapt (resp. rechts en links). Met de Filmstrip, Gereedschapbalk (T) en de modulebalk zichtbaar, blijft er dan een schermhoogte over van ongeveer 900 pixels om een 3:2 foto beeldvullend in te vertonen. De voorvertoning is dan fysiek circa 36 bij 24 cm groot (fors A4-tje) en de kijkafstand is ongeveer 70 cm.

Kijk ik bij foto’s van 18 Mp (5184 x 3456 pixels: EOS M, EOS 60D, EOS 7D, EOS 650D-600D-550D, EOS 1DX) in deze situatie in het linkerpaneel naar de balk boven de navigator en kies ik daar een zoomniveau van 1:4, dan komt dat nagenoeg overeen met het zoomniveau Passend, zoals hierboven beschreven. Die 1:4 betekent dat vier pixels van de hoogte en vier pixels van de breedte van de foto samengevoegd worden in één pixel van het beeldscherm en dat komt neer op een beeldschermoppervlak van 1296 (5184/4) pixels bij 864 (3456/4) pixels. Precies de hoogte (ca. 900 pixels) die we zojuist hebben bepaald. Die 1:4 klopt dus met de praktijk en op dat zoomniveau beoordeel ik mijn foto op belichting, kleuren en kader. Maar ook voor scherpte, hoeveelheid ruis en chromatische aberratie kijk ik eigenlijk nooit verder dan deze 1:4 (dus niet 1:1), maar daarover straks meer.

Nadat ik de foto’s heb beoordeeld, geselecteerd en eventueel aangepast, exporteer ik de RAW-beelden in hun originele resolutie van 18 Mp naar JPEG en open deze vaak nog in Photoshop CS voor een laatste controle. Als ik in dat programma dan naar het zoomniveau kijk van het venster waarin dit bestand wordt weergegeven, dan is dit 25%. Het is natuurlijk geen toeval dat dat hetzelfde is als de 1:4 in Lightroom en voor dit 25%-zoomniveau worden dus weer vier pixels van de foto samengevoegd in één pixel van het beeldscherm. Wederom zoom ik zelden in tot 100%. Deze 1:4 in Lightroom en 25% in Photoshop zijn dus de oorsprong van mijn ‘regel van ¼’.

Een foto vertonen op een ander weergaveniveau dan 100% (1:1) kan tot gevolg hebben dat er soort interferentie optreedt tussen de pixels van de foto en de pixels van het beeldscherm. Je ziet dan bijvoorbeeld 'rare' strepen in een bakstenen muur of in effengekleurd textiel. Bij 25%, 33% en 50% is dit fenomeen echter minimaal.

Publiceren op ¼ (=25%)
Iedereen zal begrijpen dat je voor het beoordelen van belichting, kleur en kader niet hoeft in te zoomen tot 100% (1:1). Maar dat je voor een juiste beoordeling van scherpte en ruis niet inzoomt tot dat niveau, is op zijn zachts gezegd merkwaardig en vraagt dus enige uitleg.
We moeten daarvoor even terug naar de basis van fotografie. Niet op het gebied van techniek, maar met betrekking tot het doel. Waarom maken we eigenlijk foto’s? Dat doen we vooral om deze aan een klein (familie en vrienden) of aan groot publiek (expositie of internet) te laten zien. Het heeft niet echt veel zin om foto’s te maken die je vervolgens ongezien in een mapje op je computer laat ‘onderstoffen’.
We maken dus foto’s om ze te delen met anderen en daarvoor hebben we twee publicatie-vormen ter beschikking: beeldscherm en print.
Beeldscherm
Als we dan eerst kijken naar publicatie van foto’s op een beeldscherm (televisie, beamer of beeldscherm van computer, tablet en telefoon) dan blijkt dat de hoogste kwaliteit in 99% van de gevallen Full-HD is. En hoewel dat er op een 10” tablet, 24” monitor of zelfs 50” televisie haarscherp uit kan zien, blijft het in alle gevallen toch slechts 1920 bij 1080 pixels (2,07 Mp). Dit is maar 11,5% van het totaal aantal pixels van een foto van 18 Mp! Bij deze drastische herrangschikking van de pixels bij Full-HD weergave blijft er van eventuele ruis of onscherpte op pixelniveau maar weinig over en is het streven naar een ruisvrij, haarscherp beeld bij 100% weergave in Photoshop weinig zinvol. Dus als een opname van 18 Mp op een monitor bij 25%-zoomweergave vanaf de juiste kijkafstand (2x tot 3x de breedte van het beeldscherm) visueel scherp is en geen storende ruis bevat, dan zit het met de weergave van die foto op een HD-scherm ook wel goed. Of die foto nu wel of niet ‘gestoken’ scherp is bij 100% in Photoshop. Je zou dus kunnen stellen dat hier de ‘regel van ¼’ opgaat.
Print
Beoordelen op 25% is dus een prima indicatie voor de weergavekwaliteit op Full-HD. Maar hoe zit het nu met afdrukken? Moet ik dan scherpte en ruis niet beoordelen op 100%?
Laten we daarvoor eerst eens kijken hoe groot de gemiddelde vrijetijdsfotograaf zijn foto’s afdrukt. De meeste fotoprinters voor de consument zijn geschikt voor A4. Daarop maak je een afdruk van maximaal 30 bij 20 cm. Dat is voor een fotolijst of een album al een behoorlijk formaat. Degenen die ‘iets hebben’ met print en hun foto’s thuis of elders op expositieniveau willen weghangen, hebben een A3+ printer en drukken daarop af tot 45 bij 30 cm (18”x12”). Bij dit formaat is de kijkafstand ongeveer 1 meter en de afdrukresolutie hoeft dan niet hoger te zijn dan 140 tot 150 dpi. Hiervoor zijn dus  ‘slechts’ 2700 bij 1800 pixels (resp. 18x150 en 12x150) nodig en dat is maar iets meer dan een kwart van de volledige resolutie van een foto van 18 Mp (5184 x 3456 pixels). Ook hier geldt dus de ‘regel van ¼’ (van de maximale resolutie) en op basis daarvan exporteer ik mijn RAW-beelden vanuit Lightroom altijd verkleind naar circa 2600 pixels breed/hoog. Deze ‘kleine’ JPEG’s zet ik in mijn Dropbox met dezelfde mappenstructuur als mijn RAW-archief en zo heb ik altijd en overal mijn foto’s beschikbaar op een publicatiekwaliteit voldoende voor Full-HD weergave en voor prints tot 45 bij 30 cm. Hiermee heb ik 98% van mijn publicaties gedekt en moet ik bij uitzondering eens een spread aanleveren voor off-set drukwerk of wil ik een tuinposter laten maken, dan haal ik dat betreffende beeld later via Lightroom als TIFF op volle resolutie uit mijn RAW-archief.

DOE-HET-ZELF: Bovenstaand zie je twee identieke beelden. Links op volle resolutie (18 Mp, 5184x3456) en rechts op een kwart van deze resolutie (4,5 Mp, 2592x1728). Download de bestanden en beoordeel beide van de juiste kijkafstand beeldvullend op een Full-HD beeldscherm. Maak eventueel ook van beide een afdruk van 30 bij 20 cm en bekijk deze op armlengte afstand. Zoek op beeldscherm en print de verschillen.

Samenvatting
Duizelt het je nu van de getalletjes en ben je volledig de weg kwijt waar dit artikel over gaat? Een korte ‘recap’:
Mijn ‘regel van ¼’ heeft betrekking op het beoordelen van foto’s (18 Mp of hoger) in Lightroom en Photoshop op 25%-zoomweergave. Hierdoor heb ik een meer realistisch beeld van de visuele beleving van scherpte en ruis bij presentatie op een Full-HD scherm (televisie, beamer, monitor, tablet of telefoon) en hoef ik me minder druk te maken over scherpte en ruis op het 1-op-1 pixelniveau in LR/PS. Ik hoef zelden nog foto’s te verscherpen of te corrigeren op ruis. Daarmee spaar ik tijd en - belangrijker - is het percentage ‘keepers’ groter. Een niet-100% scherpe foto met redelijk wat helderheidsruis, maar met een waanzinnige belichting, prachtige kleuren en een weergaloze compositie gaat dankzij de ‘regel van ¼’ niet meer de prullenbak in, maar laat ik nu zonder schroom zien aan mijn (beperkte) publiek.
De ‘regel van ¼’ pas ik ook toe op het pixelformaat van de foto’s in mijn JPEG-archief. Als de beelden daarin een kwart van het aantal pixels van een foto van 18 of 22 Mp hebben en dus circa 2700 bij 1800 pixels zijn, dan zijn ze zowel voor HD-weergave als voor prints tot 45 bij 30 cm van voldoende kwaliteit. De bestandsgrootte van deze ‘kleine’ JPEG’s is zo’n factor 3 à 4 kleiner dan de JPEG van 18 Mp foto’s en dat bespaart niet alleen veel schijfruimte, maar vooral up- en downloadtijd (mobiel internet!), omdat veel ‘onnodige’ pixels (=bytes) niet meegestuurd hoeven worden.

Mijn ‘regel van ¼’ is zeker geen wetmatigheid en zal zeker in tal van situaties niet van toepassing zijn, maar ze is misschien toch een praktische remedie tegen de toenemende neiging tot ‘pixelpeepen’ van hogeresolutie foto’s op 100% in Lightroom of Photoshop, waarmee onnodig veel tijd én (goede) foto’s verloren gaan.

P.S.
De constatering dat werken op 100% niet altijd nodig is, betekent natuurlijk niet dat we met dat gegeven 'slordig' kunnen gaan fotograferen en een onjuist scherpstelpunt of bewegingsonscherpte voor lief moeten nemen. Want als je een prachtige macrofoto gemaakt hebt, dan is er niets zo mooi dan op 100% een haarscherp beeld te zien op exact het juiste punt.

youtube-onscherpte

Regel van 1/4

'De regel van 1/4' betekent beoordelen op 1:4 (=25%) én een kwart (=25%) van de maximale resolutie gebruiken voor JPEG's. Zie jij daar het praktisch nut van?

Inloggen

Wachtwoord of loginnaam vergeten? Klik hier
Als je nog geen GRATIS persoonlijk account hebt op EOSZINE dan kun je deze hier aanmaken. Met dit account kun je o.a. de nieuwsbrief en het gratis digitale magazine ontvangen.