Als je je eerste systeemcamera aanschaft, dan is dat waarschijnlijk met een standaardzoomlens in het bereik van matige groothoek (APS-C: 15/18mm. FF: 24mm) tot een korte tele (APS-C: 55/85mm. FF: 70/105mm). Oftewel een brandpuntbereik om alledaagse onderwerpen aansprekend te kunnen fotograferen.
Soms zijn er echter onderwerpen die je groter in beeld wilt brengen of dat je wat meer afstand wil houden ten opzichte van het onderwerp. Dan is een zoomlens met langer brandpunt een welkome aanvulling op je standaardlens, dus van 55/70mm tot 300/400mm.
In dit artikel staan we stil bij wat de specifieke eigenschappen zijn van een telezoomlens en welke onderwerpen je er mee kunt fotograferen.
Eigenschappen
Canon heeft een breed assortiment telezoomlenzen voor zowel EOS DSLR (APS-C en FF) als EOS M. We noemen hier enkele modellen voor de vrijetijdsfotograaf.
• EF 75-300mm f/4-5.6 IS USM (klik hier)
• EF 70-300mm f/4-5.6 IS nUSM (klik hier)
• EF 70-300mm f/4-5.6L IS USM (klik hier)
• EF 100-400mm f/4-5.6L IS II USM (klik hier)
• EF-S 55-250mm f/4-5.6 IS STM (klik hier)
• EF-M 55-200mm f/4.5-6.3 IS STM (klik hier)
Het brandpunt van al deze lenzen begint daar waar de standaardlens eindigt en geeft je vanaf dat punt 3x tot 4x optisch zoom. Je kunt zo verre onderwerpen ‘dichterbij’ halen en van korte afstand kun je behoorlijk close-up fotograferen. Het langere brandpunt betekent ook dat de beeldhoek redelijk krap is en dat het hoofdonderwerp uit zijn omgeving kan worden geïsoleerd, zodat het meer aandacht krijgt. Tevens heeft het invloed op de scherptediepte en wordt de achtergrond vooral bij ‘korte’ werkafstanden (1 tot 3 meter) vaak mooi onscherp, zodat de aandacht van de kijker nog meer naar het hoofdonderwerp zal uitgaan.
Kortste scherpstelafstand Elke lens heeft een kortste scherpstelafstand. Als je met een bepaalde lens te dicht op een onderwerp komt, dan kan de lens fysiek niet meer scherpstellen. Bij een standaardzoomlens is die afstand ongeveer 50cm, maar bij lenzen met een langer brandpunt kan dat meer dan een meter worden. |
Nadeel van telezoomlenzen is dat de maximale lichtsterkte niet hoog is. Zeker als je helemaal ingezoomd bent, kun je geen groter diafragma kiezen dan f/5.6. Dat is dus twee stops minder dan een lens met f/2.8 en dat gaat ten koste van óf een hogere ISO óf een langere sluitertijd. Dat laatste is vaak niet altijd mogelijk, omdat je bij ver inzoomen onscherpte door beweging van de camera moet voorkomen met relatief korte sluitertijden van 1/250s of korter. Daarom is het noodzakelijk dat een telezoomlens voorzien is van beeldstabilisatie (Image Stabilisation, IS). Daarmee lukt het om uit de hand bij 1/60s toch scherpe foto’s te maken. Ook heb je dan nog niet echt last van bewegingsonscherpte van personen. Bij snelbewegende vogels en dieren moet je echter weer terug naar 1/250s en korter en dan zul je zeker in schemerige omstandigheden en ook binnen naar ISO 3200 en hoger moeten. Wil je bij minder licht een lichtsterkere telelens, kijk dan eens naar een lens met een vast brandpunt van 135mm of meer.
EF-lens op APS-C camera In het lijstje met beschikbare telezoomlenzen worden ook enkele EF-lenzen genoemd, die dus oorspronkelijk bedoeld zijn voor een camera met een volbeeldsensor. Deze lenzen kun je echter ook gebruiken op een APS-C EOS en dan wordt de beeldhoek 1,6x krapper door de kleinere beelduitsnede. Het lijkt alsof je verder bent ingezoomd. Zo wordt bijvoorbeeld de EF 100-400mm f/4-5.6L IS II op een EOS 7D mark II een ‘160-640mm’-lens met gelijkblijvende lichtsterkte. Ideaal voor vogelfotografie. Ook is de APS-C uitsnede het scherpste deel van de grote beeldcirkel en hoekonscherpte en vignettering zullen daarom minimaal zijn. |
Onderwerpen
Met bovengenoemde eigenschappen komen veel onderwerpen in aanmerking om aansprekend met een telezoomlens te fotograferen:
• Vogels
• Wildlife
• Natuur
• Landschap
• Portret
• Reportage (kermis, dierentuin, pretpark)
• Abstract
• Sport buiten
• Concert openlucht
Clip over de onderwerpen die je met een telezoomlens kunt fotograferen.
|
Vogels en wildlife
Zoals reeds opgemerkt heeft een telezoomlens op een APS-C camera een behoorlijke reikwijdte en dus kun je er verre en/of kleine vogels en dieren redelijk kadervullend mee fotograferen. Verwacht van de genoemde telezoomlenzen echter geen topprestaties. Ze zijn leuk voor een tuinvogel, maar wil je echt de detaillering van de veertjes zien, dan zul je toch een telelens met vast brandpunt moeten overwegen. De echte vogelaar heeft een EF 500mm f/4L IS, eventueel aangevuld met een EF 1.4x extender.
Als je op safari bent, dan kan een telezoomlens prima diensten bewijzen. Bovendien zijn de meeste modellen relatief compact en licht, dus gemakkelijk mee te nemen. Maar ook hier geldt weer dat alleen de lenzen in het L-segment de haarscherpe plaatjes opleveren.
Natuur en landschap
Behalve dat je verre voorwerpen dichtbij kunt halen, kun je van dichtbij ook redelijk goed close-up fotograferen. Niet 1 op 1, zoals bij een macrolens, maar vaak wel 1:4. Dat betekend op een APS-C camera dat een voorwerp van 9 cm de breedte van het kader vult. Ideaal voor bloemen en vlinders.
Niet alleen in de natuur maar ook in het landschap kan een telezoomlenzen zijn nut bewijzen. Meestal denken we dan aan groothoeklenzen, maar een langer brandpunt verdicht het landschap en dat kan onverwacht interessante beelden opleveren.
Portret
Hoewel we door de smartphone steeds meer gewend raken aan portretfoto’s bij een kort brandpunt, blijven foto’s van mensen genomen met een langer brandpunt veel meer flatteus. Grote oren, wangen en kinnen worden dan door het groothoekeffect niet verder opgeblazen.
Bij het gebruik van een telezoomlens blijven niet alleen de lichaamsvormen binnen proportie, maar kun je ook verder van het onderwerp blijven en ben je als fotograaf niet opdringerig aanwezig. Ook ideaal voor candids. Tot slot zal een telelens ook voor een onscherpe achtergrond zorgen en daarmee het geportretteerde model losmaken van die achtergrond en zo meer aandacht geven.
Voorgrondonscherpte Behalve dat je met een telezoomlens prima onscherpe achtergronden kunt krijgen bij portretfotografie, kun je ook met voorgrondonscherpte spelen. Omdat de afstand tot het model groot is, kun je bijvoorbeeld bloemen of gebladerte op de voorgrond nemen en die zullen dan met hun onscherpte veel sfeer aan het onderwerp toevoegen. |
Reportage en abstract
Een telezoomlens als reportagelens is niet voor de hand liggend. Meestal denk je dan aan een brandpunt van 35 of 50mm (eq.). Toch kun je buiten in een pretpark, op een kermis of dierentuin prachtige foto’s maken met een langer brandpunt. In een dierentuin is dat logisch, maar ook op een kermis en pretpark kun je attracties en de mensen daarin anders in beeld brengen. Bij een ceremonie buiten kun je volkomen onopvallend candids maken en dat zijn vaak spontane en mooie portretten.
Ook geeft de krappe beeldhoek je de mogelijkheid om voorwerpen en architectuur uit hun context te extraheren en zelfs abstract of grafisch te maken.
Sport en concert
Ook voor sportactiviteiten en concerten kun je een telezoomlens gebruiken. Voorwaarde is natuurlijk wel dat er voldoende licht is, dus bij voorkeur overdag buiten. Met een EF 70-300mm kun je prima een voetbalwedstrijd van je (klein)zoon registeren en ook bij een openluchtconcert schiet je met een langer brandpunt mooie plaatjes van de bandleden.
Samenvatting
Bij telezoomlenzen denken we meestal alleen aan vogel- en wildlifefotografie, maar dat doet deze lenzen tekort. Je kunt bij brandpunten langer dan 55mm namelijk een breed spectrum van onderwerpen onderscheidend vastleggen. Dus wil je eens iets anders dan het standaardplaatje met je standaardzoomlens, overweeg dan eens de aanschaf van een telezoomlens.