03 Compositie Licht en kleur

Pieter Dhaeze vrijdag 02 april 2010

We hebben de facetten die van belang zijn voor het maken van een mooie foto onderverdeeld in tien punten. In vorige artikelen hebben we brand- en standpunt besproken en de compositie. Eigenlijk had het onderwerp van dit artikel eerst moeten komen, want licht en kleur zijn twee noodzakelijke ingrediënten voor een onderscheidende opname.

Licht
Geen licht -> geen kleur -> geen detail -> geen foto. Het is voor iedereen duidelijk dat wanneer je het licht in een geblindeerde ruimte uitdoet, dat je dan geen vormen en kleur meer kunt onderscheiden. Het is echter niet alleen de hoeveelheid licht die van belang is bij de kwaliteit van de foto. Ook richting, verdeling en kleur van het licht bepalen het karakter van een opname. In de studio hebben we het licht 100% in de hand, maar binnen of buiten bij bestaand licht, dan is het sturen van het licht minder eenvoudig.


Bestaand licht buiten
Als we rond 12 uur 's middags een landschap fotograferen, dan kan er ondanks het vele licht, een vlakke opname ontstaan. Structuur in een oppervlak - zoals een heideveld - is dan afwezig, omdat schaduw ontbreekt of vertikaal gericht is. Staat de zon lager aan het begin of einde van de dag, dan zorgt het strijklicht voor lange horizontale schaduw en daarmee structuur en diepte. Niet alleen een hoge of lage zonnestand speelt een rol, maar ook de richting van waaruit het onderwerp belicht wordt. Soms is het prettig om de zon in de rug te hebben. Je hebt dan de blauwste lucht voor je. Tegenlicht kan echter ook heel bijzondere effecten opleveren door oplichtende randen van bloemen en haren of door het ontstaan van silhouetten.

INVULLEN
Als er een felle zon staat heb je veel contrast met sterke hooglichten en diepe schaduwen. Los dit op door een reflector te gebruiken of bewust een invulflits (bereik 3 à 4 meter) toe te passen. Met beide opties kun je bijvoorbeeld bij portret-ten schaduw in het gezicht iets verhelderen.

Ook is om het middaguur het licht veel meer gebundeld dan enkele uren vroeger of later. Het licht wordt nog meer diffuus als de lucht betrokken is, waarbij de wolken als een soort softbox werken. Dit licht is heel geschikt om macro bij op te nemen.
Tenslotte verandert ook de kleur van het licht bij het verstrijken van de dag. Het verloopt van warmgeel via kleurloos naar warmgeel. Die kleur is dus ook erg bepalend voor het karakter van het onderwerp. Een bijzondere vermelding hierbij is het zogeheten 'blauwe kwartiertje'. Dit fenomeen speelt zich af net voor zonsopkomst en net na zonsondergang en is de donkerblauwe kleur van de hemel als overgang naar de duisternis van de nacht. Om deze tijd verandert het landschap in een periode van twintig minuten sterk en kun je vroeg uit de veren, dan is het zeker aan te raden dit zelf eens 'live' te ervaren.

Bestaand licht binnen
Als men binnen fotografeert bij bestaand licht, dan is dat licht vaak veel zachter dan buiten. Omdat het door een vensterraam de ruimte inkomt, is het meestal éénzijdig gericht. Dat zorgt dus voor contrast en structuur. Dit kan afgezwakt worden met een eenvoudige reflector en zo kan men tot prachtige portretten komen. Is een venster of dakraam op het noorden gericht, dan geeft dat door de hele dag een heel homogene verlichting. Ook een vitrage kan daarbij van nut zijn. Belangrijk bij bestaand licht binnen is het besef dat de hoeveelheid licht bij elke verdubbeling van de afstand tot het raam met het kwadraat minder wordt. Ook de kleur van de wanden en vloer spelen een rol bij binnenopnamen. Wit zorgt daarbij voor een maximale reflectie en verdeling. Zwart voor absorptie.

POLARISATIE
Licht is een golfbeweging in alle richtingen. Door spiegeling kan licht echter polariseren en dat veroorzaakt ongewenste schitteringen en daarmee detail- en kleurverlies. Met een circulair polarisatiefilter los je dit probleem op en het is dus een verplicht accessoire voor elke landschapsfotograaf (EOSzine 0906).


Kleur
Technisch wordt de kleur van een foto bepaald door de instelling van de witbalans. Kleur speelt dan niet zozeer een rol in de beleving van de opname, hoewel de witbalans wel gebruikt kan worden om een onderwerp 'kouder' (blauwer) of 'warmer' (geler) te maken. Belangrijker in het karakter van een foto is de associatie die een bepaalde kleur oproept en hoe kleuren gecombineerd worden. Rood is een signaalkleur. Geel is een vrolijke kleur en geeft een zonnig gevoel. Groen is verbonden met natuur en het geelgroen van de lente reflecteert frisheid. Blauw staat voor rust en is verbonden met lucht en water. Warmte en droogte worden benadrukt door oranje. Violet en paars vinden we terug in weelde en spiritualiteit. Heeft een onderwerp één van deze kleuren in een monochrome omgeving, dan zal dit als eyecatcher werken en direct het oog van het publiek trekken. Iemand met een rood jack in een groen bos zal meteen de aandacht vragen. Zijn er in een onderwerp meerdere kleuren, dan kunnen die in harmonie met elkaar zijn of juist complementair en dat bepaalt het karakter van de opname.

Conclusie
Licht en kleur zijn onmisbare onderdelen in de beleving van een onderwerp en als je je hiervan in een zekere mate van bewust bent, kun je hiermee de aard van je foto's sturen. Tevens zijn een goede voorbereiding, de juiste accessoires en een perfecte timing van cruciaal belang. Gedachteloos de ontspanner indrukken zonder kennis te hebben genomen van het licht zal zelden een 'winner' opleveren.

 

Inloggen

Wachtwoord of loginnaam vergeten? Klik hier
Als je nog geen GRATIS persoonlijk account hebt op EOSZINE dan kun je deze hier aanmaken. Met dit account kun je o.a. de nieuwsbrief en het gratis digitale magazine ontvangen.