02 Compositie Kadervorming

Pieter Dhaeze maandag 01 maart 2010

Het onderwerp voor de lens kunnen we op verschillende manieren in beeld brengen door de elementen waaruit het bestaat op een bepaalde manier in het kader te plaatsen. Zoals een componist een muziekstuk in elkaar zet door instrumenten en noten tot een welluidend geheel te smeden, zo doet ook een fotograaf dat met beeldelementen en licht. Daarom noemen we de invulling van het kader met een onderwerp ook wel de compositie.

Compositie
Over compositie kunnen boeken vol geschreven worden. Wij beperken ons tot enkele belangrijke aspecten, waarmee je snel aan de slag kunt.

Vlakverdeling
De 'oude' Hollandse Meesters gebruikten de 'Gulden snede' en met de daaruit volgende 'regel van 1/3' kan een beginnend fotograaf zijn foto's eenvoudig een stuk aantrekkelijker maken. Deel het kader van de foto op met twee verticale en twee horizontale lijnen en zorg dat belangrijke elementen van het onderwerp op deze lijnen liggen of op de kruispunten ervan. Een afgeleide hiervan is om het hoofdonderwerp uit het midden te plaatsen. Zet bij een portretfoto het model dus links of rechts op 1/3. Plaats de horizon van een landschapsfoto op 1/3 van de boven- of onderzijde. De vlakverdeling op basis van 1/3 kan gebeuren op basis van fysieke voorwerpen in het onderwerp, maar kan ook berusten op kleur- of contrastvlakken.

Oriëntatie camera
Lukt het niet om de vlakverdeling goed geregeld te krijgen, draai de camera dan eens een kwartslag om een opname met een staande oriëntatie te maken, ook wel portretstand genoemd. Een staande foto benadrukt vaak de diepte of hoogte van een onderwerp, terwijl een liggende foto (landschap) de weidsheid accentueert. Hoogte en weidsheid kunnen nog meer versterkt worden door een overlappende reeks foto's tot een panorama te maken. Een minder extreme oriëntatie is vierkant, maar ze kan in bepaalde gevallen het onderwerp meer aandacht kan geven.


Kijkgeleiding
Westerlingen lezen van links naar rechts en zo zijn we ook geneigd naar een foto te kijken. We beginnen linksboven en eindigen rechtsonder. Als fotograaf kun je dit gegeven gebruiken om de blik van de toeschouwer te sturen. 'Wat wil ik dat de kijker het eerst ziet'? Twee andere vormen van eyecatchers zijn scherpte en kleur. Het menselijk oog is erop getraind om als eerste naar het scherpste onderdeel van een onderwerp te kijken. Je kunt dit fenomeen sturen met de keuze van het scherpstelpunt en de scherptediepte van de foto. Ook bepaalde kleuren worden door het oog sneller opgemerkt dan anderen. Zo zijn rood en geel specifieke signaalkleuren en zeker in meer monochrome opnamen 'eisen' zij de aandacht op.

GEEN WETTEN
In dit artikel geven we verschillende 'regeltjes' om bewuster naar het onderwerp te kijken om zo betere foto's te maken. Deze regels zijn echter geen wetten, maar slechts hulpmiddelen en als jij vindt dat een onderwerp in het midden moet staan, dan moet je dat doen en niet krampachtig bij de 'regel van 1/3' volharden.


Bij sommige onderwerpen, zoals een landschap, kun je niet spelen met scherptediepte, kleuraccenten of leesrichting, maar ben je aangewezen op andere aspecten om het kijkgedrag van de toeschouwer te sturen. Zorg dan dat er een in- en uitgang zit in de opname, zoals het verloop van een slingerweg of een rivier. Probeer deze over de diagonaal van het kader te laten lopen. Verder bevat een landschap lijnen voortkomend uit overgangen van land, water en lucht of afkomstig van een afrastering of bomenrij. Een dergelijk afscheiding kan ook gebruikt worden om door middel van herhaling het beeld te versterken.
Tot slot kunnen we het oog ook letterlijk beperken in zijn uitzicht door te werken met een natuurlijk kader, zoals overhangende takken, rotsen op de voorgrond en een poort of raam. Een dergelijk voorgrondkader zorgt tevens voor een zekere dieptewerking.

GEEN 100%
Als je door de zoeker van je camera kijkt, dan zie je bij de meeste DLSR's 95 tot 98% van het opgenomen kader. De kans dus aanwezig dat er aan de randen van een foto onverwachte en ongewenste zaken te zien zijn. Bijsnijden is hierop het antwoord. Bij gebruik van Live View is het zoekerbeeld vaak wel 100%.

Minder is meer
Bij veel foto's draait het om aandacht voor het hoofdonderwerp. De bovenstaande tips kunnen je daarbij van dienst zijn, maar de meest eenvoudige manier om een onderdeel aandacht te geven - onder het motto 'minder is meer' - is inzoomen. Er is dan minder achtergrond te zien en het oog wordt minder snel afgeleid. Inzoomen geeft wel een grotere kans op bewegings-onscherpte en tevens wordt de scherptediepte kleiner. Dit laatste kan echter positief werken op het aandachtsaspect. Door een kleine scherptediepte (groot diafragma, korte voorwerps-afstand, lang brandpunt) toe te passen kun je het hoofdonderwerp los maken van de onscherpe achtergrond en kán het oog nergens anders naar kijken!


Conclusie
Hoe moeilijk ook over compositie gedaan wordt, door bewuster door de zoeker van je camera te kijken en je daarbij de vraag te stellen wat je je publiek wilt laten zien, kunnen je foto's zonder veel moeite stukken beter worden. Probeer lijnen, patronen en vlakken te onderscheiden, plaats de belangrijkste elementen met een zeker onderling verband in het kader, voorkom 'afgehakte' hoofden, voeten of berg- en boomtoppen en zet de horizon recht. Allemaal simpele attentiepunten, maar met groot rendement. De volgende keer de invloed van licht en kleur.

 

Inloggen

Wachtwoord of loginnaam vergeten? Klik hier
Als je nog geen GRATIS persoonlijk account hebt op EOSZINE dan kun je deze hier aanmaken. Met dit account kun je o.a. de nieuwsbrief en het gratis digitale magazine ontvangen.