In alle mogelijkheden met AF-methoden (klik hier) en AF-werking (klik hier) om scherp te stellen, is het ook belangrijk om het scherpstelpunt slim te kiezen. Zeker bij onderwerpen waarbij je optimaal gebruik wilt maken van de aanwezige scherptediepte. We staan daarom kort even stil bij het zogeheten hyperfocale punt.
Hyperfocaal punt
Een foto is het scherpst op het scherpstelpunt. De scherptediepte strekt zich in de meeste gevallen uit van 1/3 voor het scherpstelpunt en 2/3 daarachter (voor macro/dichtbij: ½-½). In dit gebied is het onderwerp ook nog visueel scherp.
Door bij weidse onderwerpen, zoals een landschap, op oneindig scherp te stellen, gaat dus 2/3 van de visuele scherpte verloren en zou de voorgrond onscherp kunnen worden. Beter is om scherp te stellen op het zogeheten hyperfocale punt. Dit is een punt op kortere afstand van de camera, van waar het 2/3 deel van de scherptediepte tot ‘oneindig’ reikt. Er bestaat een formule om dit punt te berekenen: H=f^2/(A*30), waarbij f het brandpunt is van de gebruikte lens in mm en A het diafragmagetal. Bij f=50mm en f/16 ligt het hyperfocale punt dus op ongeveer 5 meter. Wil je niet rekenen, dan zijn er tabellen, maar om snel inzicht te krijgen in de variabelen en ook voor een exacte berekening is www.dofmaster.com een goede bron. Hier kan ook een diagram met hyperfocale afstand gedownload worden.
Zijn deze hulpmiddelen niet direct bij de hand, dan is voor een landschapsopname scherpstellen op 1/3 van de totale voorwerpsafstand een goede vuistregel voor een optimale verdeling van de scherptediepte. Bij architectuurfotografie kan de juiste keuze van het scherpstelpunt ook kritisch zijn, maar met het principe van de verdeling 1/3-2/3 van de scherptediepte in het achterhoofd, kan zo toch optimaal worden scherpgesteld. Lukt dit niet met de autofocus, dan kan altijd overgestapt worden op handmatig scherpstellen, waarbij je eventueel de afstandsschaal op de lens of in de zoeker kunt gebruiken. In combinatie met Live View, 100 procent vergroten en scherptedieptepreview, kan ook heel nauwkeurig op een voorwerp op hyperfocale afstand worden scherpgesteld.
Samenvatting
Als je bij landschap, architectuur en interieur de beschikbare scherptediepte zo optimaal mogelijk wilt benutten, dan is het handig om je bewust te zijn van het hyperfocale punt en dat gegeven mee te nemen in de overweging wat voor het betreffende onderwerp de beste scherpstelling is. Is er op de voorgrond weinig te beleven, dan kun je in veel gevallen ook gewoon scherpstellen op ‘oneindig’.