Kleuren van een opname zijn in het tijdperk van digitale fotografie eigenlijk geen probleem. We fotograferen buiten in het zonnetje en in de schaduw en vervolgens binnen bij TL-licht of een gloeilamp. Zonder dat we iets speciaals instellen aan de camera, zijn de kleuren van de meeste foto's volgens verwachting. De witbalans is hiervoor verantwoordelijk. Wat is het en hoe kunnen we het gebruiken?
Kleurtemperatuur
Elke lichtbron zendt zijn eigen kleur licht uit. Dan hebben we het niet over een rode of groene lamp, maar over het 'witte' licht van de zon, een TL-buis, een kaars of de schaduw buiten. Deze lichtbronnen zijn voor het menselijk oog mogelijk allemaal wel 'kleurloos', maar voor een digitale camera zijn er grote verschillen. Deze verschillen zijn gekoppeld aan de kleurtemperatuur van een lichtbron. Dit begrip heeft te maken met de kleur van het licht dat uitgezonden wordt van een zwart stuk metaal dat wordt verhit. Bij 1800 graden Kelvin (= graden Celcius plus 273) is dit metaal oranjegeel. Maken we het warmer, dan is het metaal bij 3200 °K lichtgeel en bij 5000 °K kleurloos (wit). Voeren we de temperatuur nog verder op, dan begint het boven de 6000 °K steeds blauwer te worden. Deze kleurtemperaturen kunnen zodoende gekoppeld worden aan lichtbronnen. Kaarslicht is dan 1800 °K, een TL-buis 3200 °K, een flitser 5000 °K, daglicht 5500°K en een betrokken dag en donkere schaduw respectievelijk 6500 en 8000 °K. Alle waarden zijn indicatief.
Automatische witbalans
De Witbalans van een digitale camera meet de kleurtemperatuur van het licht waarbij gefotografeerd wordt en corrigeert dit zodanig dat wit in het onderwerp ook wit op de foto is. Of beter: ze zorgt dat de aanpassing van de kleuren in evenwicht (balans) is met de kleur van de lichtbron, zodat grijs ook neutraalgrijs blijft. Bij dit hele proces hoeven we als fotograaf niet veel meer te doen dan de witbalans op automatisch te zetten. Deze automatische witbalans (AWB) zorgt in 90% van de gevallen voor natuurlijke kleuren en bij de andere 10% zal slechts een beperkte gekleurde waas (kleurzweem, colorcast) te zien zijn. Bij een gloeilamp of kaars is deze kleurzweem geel en in de schaduw of op een betrokken dag is die zweem blauwig. Zijn we niet helemaal tevreden met de resultaten van de AWB, dan is dit bijvoorbeeld in Photoshop Elements eenvoudig te verhelpen (EOSzine 0902).
Witbalans corrigeren
Kijk je bij de witbalansinstellingen van je camera, dan zie je naast de AWB ook nog veel voorkeuzen als Gloeilamp (Tungsten), TL (Fluorescent), Schaduw (Shade), Bewolkt (Cloudy), Flits (Flash), Daglicht (Daylight). Toepassing hiervan spreekt voor zich en de resultaten zouden beter kunnen zijn dan met de AWB. Voorzichtigheid is echter geboden, want als je binnen met Gloeilamp hebt gefotografeerd, je zet de camera uit en de volgende dag maak je hiermee foto's in de tuin bij daglicht, dan zullen al je foto sterk blauw gekleurd zijn en nauwelijks nog te herstellen. Met de witbalans Schaduw binnen bij TL-licht fotograferen geeft alle foto's een sterke gele kleurzweem. Ook dichter bij een venster met daglicht gaan staan, doet de kleurtemperatuur van het licht veranderen en geeft dus een grotere kans op een verkeerde kleurcorrectie.
Wil je met een JPEG-foto echt 100% neutraal fotograferen, dan moet je een handmatige witbalans maken (zie camerahandleiding), maar ook hierbij geldt weer dat als de kleurtemperatuur ook maar iets verandert, de foto's een kleurzweem zullen krijgen.
FIJNREGELEN Je kunt de witbalans niet alleen aanpassen naar geel of blauw, maar ook nog fijnregelen richting groen, blauw, magenta en amber. Op de nieuwere EOS-camera's vind je die mogelijkheid (WB Shift) onder de menuoptie Handmatige witbalans. Als je echter op dat zeer kritische niveau met witbalans bezig bent, dan moet je je afvragen of je niet beter over kunt stappen op RAW, waar je achteraf 100% controle hebt over de witbalans. |
MENGLICHT Soms wordt een onderwerp belicht door twee lichtbronnen met een verschillende kleur-temperatuur, bijvoorbeeld daglicht van een vensterraam en kunstlicht van een halogeen-lamp in de kamer. De perfecte witbalans bestaat dan niet zonder de ontstane kleurzweem achteraf met selecties te corrigeren in Photoshop. Een werkje voor gevorderden. |
RAW met grijskaartDe automatische witbalans is voor JPEG misschien dus wel de meest praktische instelling om redelijk natuurgetrouwe kleuren vast te leggen. Wil je echter 100% controle en ook 100% flexibiteit (dus geen witbalansvoorkeuzen), zoals bij een bruidsreportage, dan is fotograferen in RAW de enige oplossing. Je kunt dan bij de conversie op je computer met Canon's Digital Photo Professional of Abobe Lightroom de gewenste kleurtemperatuur achteraf nog instellen of met een pipet kiezen. Is dat laatste het geval, zorg dan dat je met de eerste opname een grijskaart meegefotografeerd hebt. Hierop baseer je dan de witbalans en deze kun je vervolgens kopiëren op alle andere foto's die bij hetzelfde licht genomen zijn. Ideaal als je in de studio werkt met producten of modellen.
Conclusie
We hebben dus veel manieren om de witbalans van een foto aan te passen. Je kunt streven naar perfect neutrale foto's, wat zeker bij productfotografie van groot belang is, maar uiteindelijk ben je zelf de baas over welke kleurzweem je toelaatbaar vindt. Een foto in de schaduw mag best iets blauw zijn om de kou te benadrukken en bij een opname bij kaarslicht wil je de sfeer bewaren met een gelige kleurzweem.